In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 10 maart 2025 uitspraak gedaan in een deelgeschil tussen verzoekster, werkzaam bij Fivoor, en haar werkgever en diens verzekeraar, Centramed. Verzoekster heeft een arbeidsongeval gehad op 31 augustus 2020, waarbij zij letsel aan haar knie opliep. Zij verzocht de rechter om vast te stellen dat Fivoor en Centramed aansprakelijk zijn voor de door haar geleden schade en om de kosten van het deelgeschil te begroten op € 20.848,21. Fivoor en Centramed betwisten echter enige aansprakelijkheid en verzoeken om matiging van de kosten.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat Fivoor aan haar zorgplicht heeft voldaan en dat er niets mis is met de trap en de ruimte waarin deze zich bevindt. De rechter concludeert dat het verzoek van verzoekster moet worden afgewezen, omdat de werkgever niet aansprakelijk is voor het ongeval. De kantonrechter heeft de kosten van het deelgeschil begroot op € 7.000,-, wat ongeveer een derde is van het geëiste bedrag. De rechter heeft ook gesuggereerd dat partijen alsnog in gesprek moeten gaan over een mogelijke regeling.
De uitspraak benadrukt de voorwaarden waaronder een werkgever aansprakelijk kan worden gesteld voor schade door arbeidsongevallen en de rol van de zorgplicht. De rechter heeft vastgesteld dat de werkomgeving veilig was en dat de instructies aan de werknemer adequaat waren. De beslissing is openbaar uitgesproken door mr. W.P.M. Jurgens.