Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 17 december 2024, met bijlagen;
- de aantekeningen van het mondelinge antwoord;
- de repliek, met bijlagen.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 4 april 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen Alektum Capital II AG, een vennootschap naar buitenlands recht gevestigd in Zwitserland, en een gedaagde die zelf procedeert. Alektum vorderde betaling van een koopsom van € 36,16 voor een brace en een zaklamp die volgens hen besteld waren via Wish.com. De gedaagde betwistte echter de sluiting van een koopovereenkomst en de ontvangst van de goederen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Alektum onvoldoende bewijs heeft geleverd om aan te tonen dat er daadwerkelijk een koopovereenkomst is gesloten. De rechter oordeelde dat Alektum niet kon aantonen dat de gedaagde de bestelling had geplaatst en dat de gegevens die Alektum had gepresenteerd niet voldoende waren om de gedaagde als contractspartij aan te wijzen. Bovendien werd opgemerkt dat Alektum geen bewijs kon leveren van de levering van de goederen, wat essentieel was voor de vordering. De kantonrechter heeft de vorderingen van Alektum afgewezen en hen veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde, die zijn begroot op € 50,-. Dit vonnis benadrukt het belang van voldoende bewijs in civiele procedures, vooral in gevallen met een internationaal karakter.