Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 12 december 2024, met bijlagen;
- het antwoord;
- de conclusie van repliek, met bijlagen.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 4 april 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen Onderlinge Waarborgmaatschappij DSW Zorgverzekeraar U.A. (hierna: DSW) en een gedaagde die zelf procedeert. DSW vordert betaling van een achterstand in premie van € 488,43, inclusief rente en kosten, omdat de gedaagde in gebreke is gebleven met de betaling van de verschuldigde premies. De gedaagde stelt echter dat zij de achterstand heeft betaald en dat er niets meer openstaat. De kantonrechter heeft de vorderingen van DSW gedeeltelijk toegewezen, waarbij de gedaagde is veroordeeld tot betaling van € 264,50 aan achterstallige premie. De kantonrechter oordeelt dat DSW voldoende bewijs heeft geleverd dat de gedaagde de premie niet tijdig heeft betaald en dat de betalingsregeling die was afgesproken, ten onrechte door DSW is beëindigd. Daarnaast heeft de kantonrechter de gedaagde veroordeeld tot betaling van incassokosten van € 112,99 en de proceskosten van in totaal € 477,38. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat DSW het vonnis onmiddellijk kan uitvoeren, ook als de gedaagde in hoger beroep gaat. De uitspraak is openbaar gedaan door mr. W.J.J. Wetzels.