In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Rotterdam het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag om studiefinanciering. De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft de aanvraag op 29 augustus 2022 afgewezen, en na bezwaar is deze afwijzing op 30 januari 2023 bevestigd. Eiseres, die de Marokkaanse nationaliteit bezit, voldoet niet aan de nationaliteitseis voor studiefinanciering, wat de reden is voor de afwijzing. De rechtbank heeft het beroep op 15 januari 2024 behandeld, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, terwijl de gemachtigde van de minister zich afmeldde. De rechtbank heeft het onderzoek geschorst om eiseres de gelegenheid te geven nadere stukken in te dienen, die relevant zijn voor haar aanvraag.
De rechtbank concludeert dat eiseres geen recht heeft op studiefinanciering, omdat zij niet voldoet aan de vereisten zoals gesteld in de Wet studiefinanciering 2000. Eiseres beroept zich op het gelijkheidsbeginsel, omdat haar broer en zus wel studiefinanciering hebben ontvangen, maar de rechtbank oordeelt dat dit niet opgaat, aangezien de toekenning aan hen ten onrechte was. De rechtbank wijst ook het verzoek om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn toe, en kent eiseres een schadevergoeding van € 1.000,- toe. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, maar veroordeelt de Staat tot betaling van de schadevergoeding en de proceskosten van eiseres, die op € 907,- worden vastgesteld. De uitspraak is gedaan door mr. T.M.J. Smits op 15 april 2025.