ECLI:NL:RBROT:2025:3749

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
28 februari 2025
Publicatiedatum
21 maart 2025
Zaaknummer
11391735 CV EXPL 24-27849
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot ontbinding en ontruiming wegens huurachterstand

In deze zaak heeft Vivada Properties 9 Rotterdam B.V. een vordering ingesteld tegen [gedaagde 1] en [gedaagde 2] wegens huurachterstand. De huurders huren sinds 17 mei 2024 een woning van Vivada Properties voor een maandelijkse huurprijs van € 1.395,-. Op het moment van de zitting op 28 januari 2025 was er een huurachterstand van € 4.887,99. Vivada Properties vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de huurachterstand ernstig genoeg is om de huurovereenkomst te ontbinden, aangezien de huurachterstand meer dan drie maanden bedraagt en de huurders niet tijdig hebben betaald. De kantonrechter heeft de huurders veroordeeld om de huurachterstand te betalen en de woning binnen 14 dagen na betekening van het vonnis te ontruimen. Daarnaast zijn de huurders hoofdelijk veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 1.446,44. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat het onmiddellijk kan worden uitgevoerd, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 11391735 CV EXPL 24-27849
datum uitspraak: 28 februari 2025
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Vivada Properties 9 Rotterdam B.V.,
vestigingsplaats: Amsterdam,
eiseres,
gemachtigde: mr. E. Doornbos,
tegen

1.[gedaagde 1],

2. [gedaagde 2],
woonplaats: [plaatsnaam],
gedaagden,
waarvoor eerst [naam] als gemachtigde optrad en die nu zelf procederen.
De partijen worden hierna ‘Vivada Properties’ en ‘[gedaagde 1]’ en ‘[gedaagde 2]’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaardingen van 30 oktober 2024, met bijlagen;
  • het antwoord, met bijlagen.
1.2.
Op 28 januari 2025 is de zaak tijdens een zitting besproken. Daarbij waren aanwezig: [gedaagde 1], ook namens [gedaagde 2], en mr. Doornbos als gemachtigde van Vivada Properties.

2.De beoordeling

Waar gaat de zaak over?
2.1.
[gedaagde 1] en [gedaagde 2] huren vanaf 17 mei 2024 een woning van Vivada Properties. De huur is nu € 1.395,- per maand. Op dit moment is er een huurachterstand. Vivada Properties eist dat [gedaagde 1] en [gedaagde 2] die huurachterstand betalen en dat de kantonrechter de huurovereenkomst ontbindt. Verder eist Vivada Properties dat [gedaagde 1] en [gedaagde 2] worden veroordeeld het gehuurde binnen drie dagen na betekening van dit vonnis te ontruimen. Tot slot vraagt Vivada Properties een machtiging om de ontruiming zo nodig met de hulp van een deurwaarder te bewerkstelligen.
2.2.
[gedaagde 1] en [gedaagde 2] moeten van de kantonrechter inderdaad de huurachterstand betalen en de woning verlaten. Hierna wordt uitgelegd waarom.
[gedaagde 1] en [gedaagde 2] moeten een huurachterstand van € 4.887,99 betalen
2.3.
[gedaagde 1] en [gedaagde 2] worden hoofdelijk veroordeeld om € 4.887,99 aan Vivada Properties te betalen. De partijen zijn het er namelijk over eens dat dit de huurachterstand was op het moment van de zitting. De huur tot en met de maand januari 2025 zit hier dus bij.
De huurovereenkomst wordt ontbonden
2.4.
De huurovereenkomst wordt ontbonden, omdat [gedaagde 1] en [gedaagde 2] verplicht waren om de huur op tijd te betalen en dat niet hebben gedaan (artikel 6:265 BW). De huurachterstand is ernstig genoeg om de huurovereenkomst te beëindigen. Dat is meestal zo bij een achterstand van meer dan drie maanden, maar de kantonrechter moet rekening houden met alle omstandigheden. [1] De kantonrechter heeft er in dit geval rekening mee gehouden dat de huurachterstand op het moment van de zitting ruim 3 maanden bedroeg. Verder is de huurachterstand niet ingelopen vanaf het moment van dagvaarden tot aan het moment van de zitting.
[gedaagde 1] en [gedaagde 2] moeten de woning ontruimen
2.5.
Omdat de huurovereenkomst is ontbonden, moeten [gedaagde 1] en [gedaagde 2] de woning met al hun spullen verlaten. Vivada Properties heeft niet uitgelegd waarom zij wil dat [gedaagde 1] en [gedaagde 2] binnen een termijn van slechts drie dagen na betekening van dit vonnis de woning ontruimen. De kantonrechter zal de ontruimingstermijn dan ook in redelijkheid bepalen op veertien dagen na betekening van dit vonnis.
2.6.
De kantonrechter machtigt Vivada Properties niet om de woning door een deurwaarder te laten ontruimen, want daar is geen machtiging voor nodig. In de wet staat namelijk al dat de deurwaarder dat mag (artikel 556 Rv). Daarbij kan de deurwaarder de hulp van politie en justitie inroepen (artikel 444 en 557 Rv).
2.7.
Vivada Properties heeft tijdens de zitting uitgelegd dat het niet haar insteek is om de woning van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] te ontruimen, maar dat zij - om die ontruiming te voorkomen - wél verlangt dat de lopende huur maandelijks volledig en tijdig wordt betaald én dat [gedaagde 1] en [gedaagde 2] concrete stappen nemen om de huurachterstand in te lopen. Vivada Properties heeft in dat verband toegelicht dat zij over een ontruimingstitel wenst te beschikken als ‘stok achter de deur’, ook en vooral omdat zij ervaart dat [gedaagde 1] en [gedaagde 2] tot op heden hun vele beloftes over het inlopen van de huurachterstand niet zijn nagekomen.
Huur tot datum ontbinding
2.8.
Vivada Properties vordert verder de huur ter hoogte van € 1.395,- voor elke maand vanaf 1 november 2024 tot en met de datum van de ontbinding. De in dit vonnis toegewezen hoofdsom is berekend inclusief de huur van de maanden november 2024 tot en met januari 2025. De bovenstaande eis zal daarom worden toegewezen vanaf 1 februari 2025 tot en met de datum van ontbinding.
[gedaagde 1] en [gedaagde 2] hoeven geen rente te betalen
2.9.
De kantonrechter wijst de rente af. In artikel 11 van de huurovereenkomst staat hierover namelijk een oneerlijke bepaling. Omdat die bepaling oneerlijk is, mag eiseres daar geen beroep op doen en kan zij ook geen aanspraak maken op de rente uit de wet. [2] De bepaling is oneerlijk, omdat daarin staat dat gedaagde een boete moet betalen als gedaagde niet aan de verplichtingen uit de overeenkomst voldoet. Daaronder valt ook het op tijd betalen van de huur. Op grond van de wet zou gedaagde als hij te laat betaalt alleen de wettelijke rente en incassokosten moeten betalen. Eiseres wijkt met de boete dus in het nadeel van een consument af van de wet door daarnaast een boete op te leggen. Dat maakt deze bepaling hier oneerlijk.
Verder geen oneerlijke bepalingen
2.10.
De kantonrechter heeft onderzocht of er nog andere oneerlijke bepalingen zijn, maar die zijn er niet. Daarbij is alleen gekeken naar bepalingen die voor deze zaak van belang zouden kunnen zijn. Bepalingen die voor beoordeling van de eis niet relevant zijn, heeft de kantonrechter dus niet getoetst.
[gedaagde 1] en [gedaagde 2] moeten de proceskosten betalen
2.11.
De proceskosten komen voor rekening van [gedaagde 1] en [gedaagde 2], omdat zij ongelijk krijgen (artikel 237 Rv). Zij zijn daarvoor hoofdelijk aansprakelijk (artikel 6:7 BW). [3] De kantonrechter begroot de kosten die [gedaagde 1] en [gedaagde 2] aan Vivada Properties moeten betalen op € 273,44 aan dagvaardingskosten, € 496,- aan griffierecht, € 542,- aan salaris voor de gemachtigde (2 punten x € 271,-) en € 135,- aan nakosten. Dat is in totaal € 1.446,44. Hier kan nog een bedrag bij komen als dit vonnis wordt betekend
Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad
2.12.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard, omdat Vivada Properties dat eist en [gedaagde 1] en [gedaagde 2] daar geen bezwaar tegen hebben gemaakt (artikel 233 Rv). Dat betekent dat het vonnis meteen mag worden uitgevoerd, ook als één van de partijen aan een hogere rechter vraagt om de zaak opnieuw te beoordelen.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt [gedaagde 1] en [gedaagde 2] hoofdelijk om aan Vivada Properties te betalen € 4.887,99;
3.2.
ontbindt de huurovereenkomst tussen de partijen en veroordeelt [gedaagde 1] en [gedaagde 2] om binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis de woning aan [adres] te ontruimen met alle personen en zaken die zich daar vanwege [gedaagde 1] en [gedaagde 2] bevinden en het gehuurde met alle sleutels ter beschikking van Vivada Properties te stellen;
3.3.
veroordeelt [gedaagde 1] en [gedaagde 2] hoofdelijk om vanaf 1 februari 2025 tot en met de datum van ontbinding € 1.395,- per maand, bij vooruitbetaling uiterlijk op de eerste dag van iedere maand te betalen aan Vivada Properties;
3.4.
veroordeelt [gedaagde 1] en [gedaagde 2] hoofdelijk in de proceskosten, die aan de kant van Vivada Properties worden begroot op € 1.446,44;
3.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.6.
wijst al het andere af.
Dit vonnis is gewezen door mr. F. Aukema-Hartog en in het openbaar uitgesproken.
64362

Voetnoten

1.Hoge Raad 28 september 2018, ECLI:NL:HR:2018:1810
2.Hof van Justitie van de Europese Unie 27 januari 2021 (Dexia)
3.Hoge Raad 23 december 2022, ECLI:NL:HR:2022:1942