Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
5 maart 2025
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 5 maart 2025 uitspraak gedaan over het verzoek van de [verzoeker] om toegelaten te worden tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP). De [verzoeker] bevindt zich in een problematische schuldensituatie en heeft verzocht om de ingangsdatum van de WSNP vast te stellen op april 2023, dan wel 18 maanden vóór de datum van de uitspraak. De rechtbank heeft dit verzoek toegewezen, omdat de [verzoeker] aan de voorwaarden voor toelating voldoet en er geen reden is om de ingangsdatum niet eerder te laten ingaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat de [verzoeker] zich te goeder trouw heeft gedragen en dat er voldoende verwachtingen zijn dat hij aan de verplichtingen van de WSNP zal voldoen.
De rechtbank benoemt een bewindvoerder die toezicht houdt op de naleving van de verplichtingen van de [verzoeker] tijdens de WSNP. De rechtbank legt uit dat de verplichtingen onder de WSNP onder andere de informatieverplichting, de inspanningsverplichting en de afdrachtverplichting omvatten. De rechtbank heeft ook de looptijd van de regeling verlengd tot 5 september 2025, zodat er voldoende tijd is om de regeling formeel te beëindigen. De rechtbank benadrukt dat de [verzoeker] gedurende de eerste 13 maanden van de regeling onder een postblokkade valt, waarbij alle post naar de bewindvoerder gaat.
De rechtbank heeft verder bepaald dat de [verzoeker] ontheven is van de inspanningsverplichting, omdat hij al 18 maanden aan zijn afdrachtverplichting heeft voldaan. De beslissing is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen acht dagen na de uitspraak.