Op 17 maart 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende de opheffing van bewind over de goederen van een betrokkene. De kantonrechter, mr. C.J. Frikkee, heeft kennisgenomen van een verzoek tot ontslag van de bewindvoerder, die zich genoodzaakt voelde om haar functie neer te leggen vanwege het grensoverschrijdend gedrag van de betrokkene. Dit gedrag manifesteerde zich vooral wanneer de betrokkene onder invloed van alcohol was, wat leidde tot een onveilige situatie voor het personeel van de bewindvoerder. De betrokkene had eerder ook al onder bewind gestaan, waarbij het bewind eerder was opgeheven vanwege vergelijkbaar gedrag. De kantonrechter oordeelde dat de bewindvoerder haar taak niet naar behoren kon uitvoeren door de gedragingen van de betrokkene en besloot het bewind op te heffen. Tevens werd bepaald dat de bewindvoerder vrijgesteld werd van het afleggen van boedelbeschrijving en eindrekening. De kantonrechter wees de betrokkene erop dat, mocht hij een nieuwe bewindvoerder willen, dit verzoek slechts in uitzonderlijke gevallen in overweging zal worden genomen, mits hij zich bewust is van de gevolgen van zijn gedrag. De beschikking is openbaar uitgesproken en kan door belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak worden aangevochten.