ECLI:NL:RBROT:2025:3469
Rechtbank Rotterdam
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvragen bijzondere bijstand voor verhuis-, inrichtings- en stofferingskosten door het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam
Op 14 maart 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser en het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam. Eiser had aanvragen ingediend voor bijzondere bijstand voor verhuis-, inrichtings- en stofferingskosten, maar deze aanvragen zijn afgewezen. Het college heeft de aanvragen afgewezen op basis van de regelgeving omtrent bijzondere bijstand, waarbij is vastgesteld dat de kosten zich op het moment van de aanvragen niet voordeden. Eiser had de kosten al voldaan voordat hij de aanvragen indiende, wat in strijd is met de voorwaarden voor het verkrijgen van bijzondere bijstand. De rechtbank heeft geoordeeld dat het college het buitenwettelijk begunstigend beleid consistent heeft toegepast en dat er geen recht op bijzondere bijstand was, aangezien de kosten al waren voldaan. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard, waardoor het bestreden besluit in stand blijft. Eiser heeft geen recht op vergoeding van proceskosten of terugbetaling van griffierecht. Partijen zijn gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen deze uitspraak.