In deze civiele procedure, aangespannen door [eiser] tegen Tortoise Holding B.V. en Hotel Ara B.V., heeft de rechtbank Rotterdam op 5 maart 2025 een vonnis gewezen in een incident. [eiser], wonende in Alcabideche, Portugal, heeft een incidentele vordering ingesteld tot afgifte van bescheiden op basis van artikel 843a Rv (oud). De vordering betreft onder andere de overeenkomst met het COA betreffende Hotel Zwijndrecht en financiële rapportages van Ara. Gedaagden, vertegenwoordigd door hun advocaat mr. W.L. Stolk, hebben verweer gevoerd en geconcludeerd tot niet-ontvankelijkheid van [eiser]. De rechtbank heeft geoordeeld dat er geen aanleiding is om eerst en vooraf te beslissen op de incidentele vordering, omdat gedaagden nog geen conclusie van antwoord in de hoofdzaak hebben ingediend. De beslissing in het incident is aangehouden, en de hoofdzaak zal op 16 april 2025 weer op de rol komen voor conclusie van antwoord aan de zijde van gedaagden. Dit vonnis is ondertekend door mr. J.M.J. Arts en openbaar uitgesproken op 5 maart 2025.