ECLI:NL:RBROT:2025:2677

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
24 februari 2025
Publicatiedatum
3 maart 2025
Zaaknummer
11533590 VZ VERZ 25-759
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheid kantonrechter in arbeidszaak met ambtenaar van de Nationale Politie

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 24 februari 2025 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van [verzoekster] tegen de Nationale Politie Eenheid Rotterdam. [verzoekster] had een aantal verzoeken ingediend die verband hielden met het einde van haar arbeidsrelatie met de Nationale Politie, na eervol ontslag per 1 januari 2025. De Nationale Politie heeft in haar reactie op het verzoekschrift aangevoerd dat de kantonrechter niet bevoegd is om kennis te nemen van de verzoeken van [verzoekster].

De kantonrechter heeft geoordeeld dat zij inderdaad onbevoegd is. Dit oordeel is gebaseerd op het feit dat [verzoekster] als ambtenaar werkzaam was bij de Nationale Politie op basis van een ambtelijke aanstelling. Volgens artikel 3 aanhef onder f van de Ambtenarenwet 2017 sluit een overheidswerkgever geen arbeidsovereenkomst met ambtenaren van de politie. De kantonrechter is enkel bevoegd in zaken die betrekking hebben op arbeidsovereenkomsten naar burgerlijk recht. Aangezien [verzoekster] als ambtenaar niet onder het gewone arbeidsrecht valt, is de bestuursrechter bevoegd om kennis te nemen van het verzoek.

Daarom heeft de kantonrechter [verzoekster] niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek, en is er geen inhoudelijke behandeling van de zaak geweest. De kantonrechter heeft ook bepaald dat de proceskosten worden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij de eigen kosten draagt. De beslissing is openbaar uitgesproken door mr. C.J. Frikkee.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 11533590 VZ VERZ 25-759
datum uitspraak: 24 februari 2025
Beschikking van de kantonrechter
in de zaak van
[verzoekster],
woonplaats: [woonplaats],
verzoekster,
die zelf procedeert,
tegen
Nationale Politie Eenheid Rotterdam,
vestigingsplaats: Rotterdam,
verweerder,
gemachtigde: mr. A. Bosch.
De partijen worden hierna ‘[verzoekster]’ en ‘Nationale Politie’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • het verzoekschrift van [verzoekster] (ontvangen op 7 februari 2025), met bijlagen;
  • de reactie van de Nationale Politie van 17 februari 2025, met het verzoek [verzoekster] niet ontvankelijk te verklaren;
  • de reactie van [verzoekster] van 20 februari 2025.

2.De beoordeling

Waar gaat de zaak over?
2.1.
De Nationale Politie heeft [verzoekster] per 1 januari 2025 eervol ontslag verleend. [verzoekster] heeft een aantal verzoeken ingediend bij de kantonrechter die verband houdt met (het einde van) haar arbeidsrelatie met de Nationale Politie. De Nationale Politie heeft gereageerd op het verzoekschrift en voert aan dat de kantonrechter niet bevoegd is om kennis te nemen van de verzoeken. De kantonrechter is inderdaad van oordeel dat zij onbevoegd is en verklaart [verzoekster] daarom niet-ontvankelijk. Hierna wordt uitgelegd waarom.
[verzoekster] is niet-ontvankelijk
2.2.
[verzoekster] heeft niet weersproken dat zij als ambtenaar werkzaam was bij de Nationale Politie op basis van een (ambtelijke) aanstelling. Uit artikel 3 aanhef onder f Ambtenarenwet 2017 volgt dat een overheidswerkgever geen arbeidsovereenkomst sluit met ambtenaren van de politie. De kantonrechter mag alleen beslissen in zaken over een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht. Aangezien [verzoekster] aangesteld was als ambtenaar bij de politie, valt zij niet onder het gewone arbeidsrecht. In geval van een geschil staat een met voldoende waarborgen omklede rechtsgang open bij de bestuursrechter. Dat betekent dat de bestuursrechter bevoegd is om kennis te nemen van dit verzoek en niet de kantonrechter. De kantonrechter verklaart zich daarom onbevoegd om van het verzoekschrift van [verzoekster] kennis te nemen, zodat niet toegekomen wordt aan een inhoudelijke behandeling.
2.3.
Omdat de kantonrechter onbevoegd is, moet zij de vordering niet-ontvankelijk verklaren (artikel 70 lid 1 Rv). [verzoekster] kan zich desgewenst wenden tot de bestuursrechter van deze rechtbank.
2.4.
Aangezien de Nationale Politie niet heeft gevraagd om een proceskostenveroordeling en de schriftelijke reactie beperkt is gebleven tot een korte brief van één pagina, zullen de proceskosten worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
verklaart [verzoekster] niet-ontvankelijk in haar verzoek;
3.2.
bepaalt dat beide partijen de eigen kosten dragen.
Deze beschikking is gegeven door mr. C.J. Frikkee en in het openbaar uitgesproken.
49196