Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
19 februari 2025
1.De procedure
2.De beoordeling van het verzoek
De toelating
3.De beslissing
/11 deel van de overeenkomstig artikel 2 van dat Besluit te berekenen vergoeding. Dit kan alleen:
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 19 februari 2025 uitspraak gedaan over het verzoek van [verzoekster] om toegelaten te worden tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP). [verzoekster] bevindt zich in een problematische schuldensituatie en heeft een verzoek ingediend om haar schulden te saneren. Tijdens de zitting op 3 februari 2025 is het verzoek behandeld, waarbij [verzoekster] en haar beschermingsbewindvoerder, de heer M. Egas, aanwezig waren. De rechtbank heeft vastgesteld dat [verzoekster] voldoet aan de voorwaarden voor toelating tot de WSNP, waaronder de eis dat zij te goeder trouw was bij het ontstaan van haar schulden. De rechtbank heeft echter het verzoek van [verzoekster] om de ingangsdatum van de WSNP eerder vast te stellen dan 24 juni 2024 afgewezen. De rechtbank heeft geoordeeld dat er onvoldoende bewijs is dat [verzoekster] aan haar verplichtingen in het voorafgaande schuldhulpverleningstraject heeft voldaan. De rechtbank heeft de ingangsdatum van de WSNP vastgesteld op 24 juni 2024, de datum waarop de eerste aflossing in het kader van de buitengerechtelijke schuldregeling is gedaan. De rechtbank heeft ook een rechter-commissaris benoemd en de bewindvoerder opgedragen om te rapporteren over de nakoming van de verplichtingen door [verzoekster]. De beslissing is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen acht dagen na de uitspraak.