4.3.Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder feit 1 ten laste gelegde heeft begaan.
In bijlage III heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder feit 2 ten laste gelegde heeft begaan.
De verdachte heeft de bewezen verklaarde feiten op die wijze begaan dat:
1.
hij op 10 maart 2022 te Rotterdam als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (motorfiets), zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door met dat motorrijtuig roekeloos te rijden op
de kruising gevormd door de voor het openbaar verkeer openstaande wegen, de Laan op Zuid en de Zuiderspoorstraat en de Lodewijk Pincoffsweg,
welk rijgedrag hierin heeft bestaan dat hij, verdachte, toen daar
- nadat hem een stopteken was gegeven door middel van een op een herkenbaar politievoertuig aangebracht stopbord,
- zijn snelheid heeft verhoogd en heeft gereden met een veel hogere snelheid dan de ter plaatse toegestane maximum snelheid,
- met een snelheid heeft gereden in de richting van die kruising, die ten minste was gelegen tussen 92 en 95 km/u, terwijl een maximumsnelheid van 50 km/u gold en
- gekomen bij die kruising, niet is gestopt voor een in zijn richting gekeerd en
voor het verkeer in zijn richting geldend rood licht uitstralend verkeerslicht en
- met die snelheid, althans nagenoeg die snelheid, die kruising is opgereden en is gaan oversteken op het moment dat een voetganger, die voor hem, verdachte, van rechts kwam, die kruising inmiddels via de voetgangersoversteekplaats overstak, nadat het voor haar geldende verkeerslicht op groen licht was overgegaan en
- die voetganger niet voor heeft laten gaan en
- vervolgens in botsing of aanrijding is gekomen met die voetganger, mevrouw [slachtoffer]
,
waardoor die voetganger/ [slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel (verbrijzelingsbreuk van
het linker sleutelbeen) werd toegebracht;
2.
hij op 10 maart 2022 te Rotterdam als bestuurder van een motorrijtuig (motorfiets) heeft gereden op de weg, de Laan op Zuid, zonder dat aan hem door de daartoe bevoegde autoriteit, als bedoeld in artikel 116 lid 1 van de Wegenverkeerswet 1994 een rijbewijs was afgegeven voor de categorie van motorrijtuigen, waartoe dat motorrijtuig behoorde.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.