Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[persoon A] ,
[persoon B],
1.Waar gaat deze zaak over?
- de dagvaarding van 11 september 2023, met producties 1 tot en met 52,
- de conclusie van antwoord van [persoon A] , met producties 1 tot en met 37,
- de conclusie van antwoord van [persoon B] , met producties 1 tot en met 10,
- de brief van de rechtbank van 11 april 2024, waarbij partijen zijn opgeroepen voor een mondelinge behandeling,
- de brief van de rechtbank van 14 augustus 2024, met een zittingsagenda,
- de brief van Hiltermann van 15 augustus 2024, met acht bijlagen, waarin zij de rechtbank vraagt de zaak aan te houden,
- de brief van [persoon B] , met vier bijlagen, waarin hij bezwaar maakt tegen het verzoek van Hiltermann,
- de brief van [persoon A] , met twee bijlagen, waarin ook hij bezwaar maakt tegen het verzoek van Hiltermann,
- de brief van Hiltermann van 26 augustus 2024, met twee bijlagen, waarin zij haar verzoek nader toelicht,
- de reactie van [persoon A] op de brief van 26 augustus 2024 van Hiltermann,
- de e-mail van 28 augustus 2024 van de rechtbank, waarbij het aanhoudingsverzoek is afgewezen,
- de akte overlegging producties van Hiltermann, met producties 53 tot en met 70,
- de akte indienen aanvullende producties ten behoeve van mondelinge behandeling van
- de akte overlegging producties van [persoon A] , met producties 38 tot en met 47,
- de akte voorwaardelijke incidentele vordering ex artikel 843a Rv van Hiltermann, ingediend op 13 september 2024, met producties 71 tot en met 87,
- de akte overlegging producties van [persoon A] , met productie 48,
- de akte overlegging nagekomen aanvullende productie van Hiltermann, met productie 88,
- de brief van [persoon A] van 17 september 2024, met drie bijlagen, waarbij hij bezwaar maakt tegen het instellen van de voorwaardelijke incidentele vordering,
- de brief van Hiltermann van 18 september 2024, in reactie op de brief van [persoon A] ,
- de brief van [persoon B] van 18 september 2024, met bijlage, waarbij hij bezwaar maakt tegen het instellen van de voorwaardelijke incidentele vordering,
- de mondelinge behandeling op 19 september 2024 en de daarbij overgelegde spreekaantekeningen van Hiltermann, [persoon A] en [persoon B] .
3.De feiten
GO Sharing zal tot einde zomer uitkomen met EUR 1m. Daarna zal het voor hen lastig worden lease aan GreenMo te betalen.
asset basedfinanciering van elektrische fietsen en scooters. GreenMo Rent werd daarbij vertegenwoordigd door [persoon C] .
4.Het geschil in het incident
6.De beoordeling
In de hoofdzaak
lastig [zal] worden om [de] leasefee te betalen” (zie 3.7), maar dat is op zichzelf onvoldoende concreet en stellig om te concluderen dat [persoon A] ervan uit behoorde te gaan dat deze inkomsten uit GO Sharing daadwerkelijk zouden wegvallen. Datzelfde geldt voor de omstandigheid dat GO Sharing eind augustus 2022 al verlieslatend was. Hiltermann beroept zich in dit verband op een negatieve
cash impactvan GO Sharing op GreenMo Rent van € 6,7 miljoen in het derde en vierde kwartaal 2022. Dat is onvoldoende voor de conclusie dat GO Sharing structureel verlieslatend was op het moment dat de leaseovereenkomst met Hiltermann werd gesloten.
“De term “omslagpunt” is op geen enkele manier bedoeld om invulling te geven aan de Beklamel-norm of andere juridische criteria”.
614,00
€ 178,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)