Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- Bewezenverklaring van het onder A, B en C ten laste gelegde, met dien verstande dat in zaak A onder feit 1 de primair ten laste gelegde zware mishandeling bewezen kan worden;
- Veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaar met aftrek van voorarrest, alsmede de terbeschikkingstelling (hierna ook: tbs) van de verdachte met bevel tot dwangverpleging;
- Oplegging van de vrijheidsbeperkende maatregel van artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) voor de duur van 5 jaar, inhoudende een contactverbod met betrekking tot mevrouw [slachtoffer 1] , met bepaling dat bij iedere overtreding van dit verbod twee weken hechtenis zal worden toegepast met een maximum van zes maanden, met bevel tot dadelijke uitvoerbaarheid van deze maatregel;
- Tenuitvoerlegging van het voorwaardelijk opgelegde strafdeel in de zaak met parketnummer 09/043323-23.
4.Waardering van het bewijs
5.Strafbaarheid feiten
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf en maatregelen
8.Vorderingen benadeelde partijen / schadevergoedingsmaatregelen
- verblijf in ziekenhuis € 70,-
- eigen bijdrage ziektekosten € 1.187,-
- reiskosten € 207,-
- verzorging door derden € 616,-
- huishoudelijke hulp € 2.348,-
- hulpmiddelen € 76,-
- verlies aan arbeidsvermogen € 45.660,-
- behandeling psycholoog/therapeut € 2.194,45
- craniosacraal therapie € 1.496,-
- cupping € 1.195,-
immateriëleschade is toegebracht. De gevorderde
immateriëleschade is eenvoudig van aard. Die schade zal naar maatstaven van billijkheid worden vastgesteld op € 300,-, zodat de vordering tot dit bedrag zal worden toegewezen, met afwijzing van het hetgeen aan hoofdsom meer is gevorderd aan
immateriëleschade.
materieelgevorderde schade overweegt de rechtbank als volgt.
materiëleschade en de omstandigheid dat de verdediging naar voren heeft gebracht dat zij onvoldoende voorbereidingstijd heeft gehad en de gevorderde materiële schade heeft betwist, zal de benadeelde partij niet ontvankelijk worden verklaard in de gevorderde
materiëleschade.
9.Vordering tenuitvoerlegging
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Bijlagen
12.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 30 (dertig) maanden;
ter beschikking wordt gesteld;
van overheidswege wordt verpleegd;
de maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid voor de duur van 5 (vijf) jaren, inhoudende dat de veroordeelde wordt bevolen:
mevrouw [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum 2] 1983 te [geboorteplaats 2];
6 (zes) maandenin totaal;
dadelijk uitvoerbaaris;
de benadeelde partij [slachtoffer 1], te betalen een bedrag van
€ 5.000,- (zegge: vijfduizend euro), aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 7 december 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [slachtoffer 1] te betalen
€ 5.000,-(hoofdsom,
zegge: vijfduizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 december 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
60 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
de benadeelde partij [slachtoffer 2], te betalen een bedrag van
€ 400,- (zegge: vierhonderd euro), aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 7 december 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [slachtoffer 2] te betalen
€ 400,-(hoofdsom,
zegge: vierhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 december 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
8 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
de benadeelde partij [slachtoffer 6], te betalen een bedrag van
€ 300,- (zegge: driehonderd euro), aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 24 juli 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [slachtoffer 6] te betalen
€ 300,-(hoofdsom,
zegge: driehonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 24 juli 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
6 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;