Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- het verzoekschrift (ontvangen op 19 juni 2024), met bijlagen 1 tot en met 8;
- het e-mailbericht van [verzoeker] van 30 mei 2024, met bijlage 2;
- het verweerschrift;
- het proces-verbaal van de zitting op 31 oktober 2024;
- de akte overlegging producties van [verzoeker] , met bijlagen 1 tot en met 11;
- de antwoordakte van [verweerster] , met bijlagen 1 tot en met 3.
2.De beoordeling
21 mei 2022. Daarnaast heeft [verzoeker] verzocht om [verweerster] te veroordelen in de buitengerechtelijke kosten van € 3.176,25 en in de kosten van het deelgeschil, begroot op
€ 2.692,25 te vermeerderen met het door [verzoeker] betaalde griffierecht.
€ 25.000,- en uitdrukkelijk afstand gedaan van het meerdere. De kantonrechter is dan ook bevoegd om kennis te nemen van het onderhavige deelgeschil en daarin te beslissen.
e-mailberichten. Zoals hiervoor is geoordeeld, blijkt ook daaruit niet dat het door [verzoeker] gestelde incident aan boord van het vliegtuig heeft plaatsgevonden. Dit betekent dat het verzoek van [verzoeker] nodeloos is ingesteld. De kosten van deze deelgeschil-procedure komen daarom niet voor vergoeding in aanmerking en hoeven daarom ook niet te worden begroot. Ditzelfde geldt voor de buitengerechtelijke kosten. Ook die kosten zijn om dezelfde reden niet toewijsbaar. Anderzijds biedt de onderhavige deelgeschilprocedure niet de mogelijkheid om [verzoeker] als de in het ongelijk gestelde partij te veroordelen in de kosten van (de gemachtigde van) [verweerster] .