ECLI:NL:RBROT:2025:13919
Rechtbank Rotterdam
- Tussenuitspraak
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak inzake afwijzing aanvraag parkeerontheffing door het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam
In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd op 3 december 2025, wordt de afwijzing van een aanvraag voor een parkeerontheffing door het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam behandeld. Eiser, die een evenementenbedrijf runt vanuit zijn woning, heeft een aanvraag ingediend voor een ontheffing van een parkeerverbod, omdat hij regelmatig materialen voor zijn bedrijf moet laden en lossen. Het college heeft deze aanvraag afgewezen, met als argument dat er onvoldoende noodzaak was om van het parkeerverbod af te wijken en dat de verkeersveiligheid in het geding zou komen. Eiser is het hier niet mee eens en heeft beroep ingesteld.
De rechtbank oordeelt in deze tussenuitspraak dat het bestreden besluit een gebrek vertoont. De rechtbank stelt vast dat het college onvoldoende rekening heeft gehouden met de belangen van eiser en de noodzaak voor de ontheffing niet op de juiste wijze heeft gewogen. De rechtbank geeft het college de gelegenheid om het gebrek te herstellen, hetzij door een aanvullende motivering van het bestreden besluit, hetzij door een nieuw besluit op bezwaar. De rechtbank bepaalt dat het college twaalf weken de tijd heeft om dit te doen. Indien het college geen gebruik maakt van deze gelegenheid, moet het dit zo spoedig mogelijk aan de rechtbank meedelen. De rechtbank houdt verdere beslissingen aan tot de einduitspraak op het beroep.