Op 19 november 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de toelating van [verzoekster] tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (Wsnp). [verzoekster] bevindt zich in een problematische schuldensituatie en heeft een verzoek ingediend om toegelaten te worden tot de Wsnp, met de vraag om de ingangsdatum van deze regeling vast te stellen op 4 november 2024. De rechtbank heeft het verzoek toegewezen, omdat [verzoekster] aannemelijk heeft gemaakt dat het niet mogelijk was om tot een buitengerechtelijke schuldregeling te komen, gezien de weigering van twee grote schuldeisers om mee te werken aan een minnelijke regeling. Tijdens de zitting op 10 november 2025 zijn zowel [verzoekster] als zijn advocaat, mevrouw mr. S.G.H. Langeweg, en de beschermingsbewindvoerder, mevrouw C.M. Doorenweerd, aanwezig geweest.
De rechtbank heeft vastgesteld dat [verzoekster] voldoet aan de voorwaarden voor toelating tot de Wsnp, waaronder de eis dat hij te goeder trouw was bij het ontstaan van zijn schulden. De rechtbank heeft ook de bevoegdheid om deze procedure te openen bevestigd, aangezien het centrum van voornaamste belangen van [verzoekster] in Nederland ligt. De looptijd van de Wsnp-regeling is vastgesteld op achttien maanden, met een ingangsdatum van 4 november 2024, de datum waarop de eerste aflossing is gedaan. De rechtbank heeft verder de verplichtingen van [verzoekster] tijdens de Wsnp uiteengezet, waaronder de informatieverplichting en de inspanningsverplichting, en benoemde een bewindvoerder en een rechter-commissaris om toezicht te houden op de uitvoering van de regeling. De beslissing is openbaar uitgesproken en [verzoekster] heeft het recht om binnen acht dagen hoger beroep in te stellen.