In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 21 november 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiseres] B.V. en [gedaagde]. De zaak betreft de ontbinding van een huurovereenkomst voor een woonruimte vanwege ernstige overlast die door [gedaagde] werd veroorzaakt, alsook een huurachterstand die tijdens de procedure is ontstaan. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van objectieve, structurele overlast, met name geluidsoverlast en onrust veroorzaakt door ruzies tussen [gedaagde] en haar partner. De overlast heeft geleid tot klachten van omwonenden en zelfs politie-inzet. De kantonrechter oordeelt dat het belang van [eiseres] om andere huurders een rustig huurgenot te bieden zwaarder weegt dan het woonbelang van [gedaagde]. Daarnaast is er een huurachterstand vastgesteld, wat de ontbinding van de huurovereenkomst verder rechtvaardigt. De kantonrechter heeft de huurovereenkomst ontbonden en [gedaagde] veroordeeld om de woning binnen veertien dagen te ontruimen. Tevens is [gedaagde] verplicht om een gebruiksvergoeding te betalen en een bedrag aan contractuele boetes wegens overtredingen van de huurovereenkomst. De kantonrechter heeft ook de proceskosten aan [gedaagde] opgelegd.