ECLI:NL:RBROT:2025:13603

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
12 november 2025
Publicatiedatum
24 november 2025
Zaaknummer
10914146 VZ 24-896
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van schadevergoeding en proceskosten in bewindvoering

In deze beschikking van de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 12 november 2025, wordt de zaak behandeld van Van Rijn Bewind B.V. als bewindvoerder over de goederen van een betrokkene, geboren in 1979. De verweerster in deze zaak is Actkon B.V., de voormalige bewindvoerder van de betrokkene, die per 15 februari 2024 is ontslagen. In een eerdere tussenbeschikking van 11 oktober 2024 is Actkon veroordeeld tot betaling van een immateriële schadevergoeding van € 500,00 en een bedrag van € 975,00 voor een factuur, evenals de afgifte van bankafschriften. De kantonrechter heeft de nieuwe bewindvoerder opgedragen om te onderzoeken of er meer schade is geleden door de betrokkene tijdens de periode dat Actkon bewindvoerder was.

Op 18 augustus 2025 heeft de bewindvoerder aan de kantonrechter gerapporteerd dat er geen verdere schade is geconstateerd. De kosten voor het opmaken van de eindrekening zijn aangehouden, maar er zijn geen kosten in rekening gebracht, waardoor hierover geen beslissing meer nodig is. De kantonrechter heeft de proceskosten aan de zijde van Actkon begroot op € 720,00, bestaande uit € 542,00 aan salaris voor de gemachtigde en € 178,00 aan nakosten. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en al het andere is afgewezen.

Tegen deze beschikking kan in hoger beroep worden gegaan bij het gerechtshof Den Haag, waarbij verzoeker en degenen aan wie een kopie van de beschikking is verstrekt, binnen drie maanden na de datum van de beschikking hoger beroep moeten instellen.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 10914146 VZ 24-896
[nummer]
datum uitspraak: 12 november 2025
Beschikking van de kantonrechter
in de zaak van
Van Rijn Bewind B.V.in haar hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen van
[betrokkene]
geboren te [geboorteplaats] , [geboorteland] , op [geboortedatum] 1979,
wonende te [postcode] [plaats] , [adres] ,
verzoekster,
gemachtigde mr. G. Grijs, Rotterdam.
tegen
Actkon B.V.
gevestigd te Tolbert,
verweerster.
Partijen worden hierna respectievelijk “de bewindvoerder”, “ [betrokkene] ” en “Actkon” genoemd.

1.De verdere beoordeling

1.1.
Actkon is de oud bewindvoerder van betrokkene, die per 15 februari 2024 is ontslagen door de kantonrechter. Bij tussenbeschikking van 11 oktober 2024 heeft de kantonrechter betrokkene Actkon veroordeeld tot betaling aan [betrokkene] van een immateriële schadevergoeding van € 500,00, een bedrag van € 975,00 inzake een factuur van Nexttime, alsmede de afgifte van bankafschriften over de periode van 1 januari 2024 tot en met 15 februari 2024, op straffe van een dwangsom van € 50 per dag met een maximum van € 10.000,00.
1.2.
Daarnaast heeft de kantonrechter in deze tussenbeschikking de nieuwe bewindvoerder opgedragen om een onderzoek te doen naar de vraag of betrokkene gedurende de jaren dat Actkon bewindvoerder is geweest nog meer schade heeft geleden door toedoen van Actkon en van haar bevindingen verslag uit te brengen aan de kantonrechter.
1.3.
De bewindvoerder heeft op 18 augustus 2025 aan de kantonrechter laten weten dat er verder niets meer is geconstateerd. Van andere schade is daarom niet gebleken.
1.4
In de eerste tussenbeschikking van 2 februari 2024 (zaaknummer 10743972) waarin Actkon is ontslagen, zijn de kosten voor het opmaken van de eindrekening en verantwoording aangehouden. De eindrekening en verantwoording is inmiddels ingediend en daarvoor zijn geen kosten in rekening gebracht, zodat hierover geen beslissing meer hoeft te worden genomen.
1.5.
De proceskosten komen voor rekening van Actkon omdat zij ongelijk krijgt. De kantonrechter begroot de kosten die Actkon moet betalen op € 542,00 aan salaris voor de gemachtigde (2 punten x € 271,00) en € 178,00 aan nakosten. Dat is in totaal € 720,00. Hier kan nog een bedrag bij komen als deze beschikking wordt betekend.

2.De beslissing

De kantonrechter:
2.1.
veroordeelt Actkon in de proceskosten, die aan de kant van de bewindvoerder worden begroot op € 720,00 met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over dat bedrag vanaf de vijftiende dag nadat deze beschikking is betekend tot de dag dat volledig is betaald;
2.2.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
2.3.
wijst al het andere af.
Deze beschikking is gegeven door mr. C.J. Frikkee en in het openbaar uitgesproken.
16623
Tegen deze beschikking kan in hoger beroep worden gegaan bij het gerechtshof Den Haag. Dit kan alleen worden ingesteld door een advocaat. Verzoeker en degenen aan wie een kopie van de beschikking is verstrekt moeten hoger beroep instellen binnen drie maanden na de datum van de beschikking. Voor andere belanghebbenden moet dit binnen drie maanden nadat zij van de beschikking op de hoogte zijn geraakt.