Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.De procedure
- het verzoekschrift met bijlagen van de vrouw, ingekomen op 7 november 2024;
- het gewijzigd verzoekschrift inhoudende een vermeerdering van het verzoek (hierna: het gewijzigd verzoekschrift) met bijlagen van de vrouw, ingekomen op 3 maart 2025;
- het verweerschrift tevens zelfstandig verzoek met bijlagen van de man, ingekomen op 31 maart 2025;
- het verweerschrift op het zelfstandig verzoek met bijlagen van de vrouw, ingekomen op 25 april 2025;
- het bericht met bijlagen van de vrouw van 15 september 2025;
- het bericht tevens vermeerdering van het verzoek met bijlagen van de man van 15 september 2025.
2.De vaststaande feiten
Een echtgenoot heeft een vergoedingsrecht jegens de andere echtgenoot, indien een
Een vergoedingsrecht is direct opeisbaar, tenzij redelijkheid en billijkheid zich tegen die opeisbaarheid verzetten.
Over een vergoedingsrecht is rente verschuldigd, nadat het bedrag in rechte is
Indien het huwelijk wordt ontbonden door echtscheiding of overlijden en bij scheiding van tafel en bed tussen de echtgenoten dan wel de langstlevende echtgenoot en de
3.De beoordeling
huwelijksgemeenschapen niet op een
eenvoudigegemeenschap. Het in de huwelijkse voorwaarden opgenomen ‘alsof-beding’, waar de vrouw haar verzoek mede op grondt, maakt dit oordeel niet anders. Dit beding heeft in beginsel slechts tot gevolg dat partijen bij de afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden
verrekenenalsof zij in gemeenschap van goederen waren gehuwd, maar
nietdat de wettelijke bepalingen over de gemeenschap van goederen van toepassing zijn. De vrouw heeft niet voldoende gemotiveerd dat het in dit geval anders ligt.
wat(als in: welke vermogensbestanddelen) tot het te verrekenen vermogen valt (c.q. vallen) en daarbij
nietook om de veroordeling van de echtgenoot met het grootste te verrekenen vermogen tot betaling van dat bedrag aan de ander conform het overeengekomen finale verrekenbeding.
buitenhun aanwezigheid plaatsvindt en dat de daarbij vastgestelde waarde voor hen bindend is.
- invullen en ondertekenen van door de makelaar geleverde formulieren ten behoeve van de opdracht tot verkoop,
- aanleveren van door de makelaar verzochte documenten,
- betaling van hun deel van de aanbetaling aan de makelaar, binnen de gestelde betalingstermijn van de makelaar,
- leveren van een set sleutels aan de makelaar, binnen de door de makelaar gestelde termijn,
- meewerken aan het bepalen van de verkoopprijs of de vraag- en laatprijs, binnen de door de makelaar gestelde termijn,
- meewerken aan geplande bezichtigingen,
- zorgen dat huis en tuin verzorgd ogen voor iedere bezichtiging,
- alle andere handelingen die noodzakelijk zijn voor de verkoop en oplevering van de woning, waartoe zowel door de makelaar als in een later stadium door de notaris verzocht wordt, binnen de door hen gestelde termijnen,
- het tekenen van de koopovereenkomst,
- het meewerken aan de levering van de woning via de notaris, waaronder het tekenen van de transportakte of een volmacht binnen de door de notaris gestelde termijn.
- voor het geval partijen niet in onderling overleg tot overeenstemming komen over de te hanteren verkoopprijs en of de vraag- en laatprijs, zal de makelaar deze bindend vaststellen, net als een eventuele wijziging van de te hanteren vraag- en laatprijs in geval verkoop uitblijft,
- in het geval de makelaar de verkoopprijs en/of vraag- en laatprijs bindend heeft vastgesteld, hanteren partijen deze bij de verkoop van de woning aan een derde,
- partijen dragen de aan de verkoop verbonden kosten ieder bij helfte,
- als de makelaar de opdracht tot verkoop van de woning teruggeeft wegens gebrek aan medewerking van een van partijen, voldoet de niet-meewerkende partij de kosten die de makelaar in rekening brengt. Dit geldt ook voor schade en of extra onkosten veroorzaakt door het niet-meewerken van een partij bij de afwikkeling bij de notaris en door het niet correct opleveren van het huis aan kopers.
zowelverdeeld als verrekend moet worden. Dat ieders gelijke aandeel in de woning in het te verrekenen vermogen valt is ook tijdens de mondelinge behandeling betoogd door de man en niet weersproken door de vrouw.
alsofzij in algehele gemeenschap van goederen waren gehuwd, en niet dat bij die gelegenheid de wettelijke bepalingen aangaande de gemeenschap van goederen in de plaats komen van het overeengekomen verrekenbeding. Reeds hierom faalt het beroep van de vrouw op artikel 1:102 BW en artikel 1:111 BW. Dit geldt ook voor haar betoog dat de schulden aan de man zijn verknocht. Evenmin slaagt het beroep van de vrouw op de beperkende werking van redelijkheid en billijkheid. Voor de toepassing hiervan is vereist dat de uitkomst van het overeengekomen verrekenbeding in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Dat de man zijn administratie volgens de vrouw moedwillig niet op orde had waardoor belastingschulden zijn ontstaan is hiervoor onvoldoende, temeer omdat de man heeft aangevoerd – en de vrouw niet heeft weersproken – dat de vrouw ook verantwoordelijk was voor de administratie. Hieraan doet niet af dat de vrouw daar sinds 2023 geen bemoeienis meer mee had, omdat de schuld mede betrekking heeft op het jaar 2022 en de vrouw op dat moment nog wel betrokken was bij de administratie. Ter zake van de belastingschulden die nadien zijn ontstaan heeft de vrouw onvoldoende gemotiveerd gesteld dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn om het overeengekomen verrekenbeding te volgen.
allebank
mutatiesvan haar bankrekeningen over de jaren 2022, 2023 en 2024 aan de man zal verstrekken binnen een termijn van vier weken na de datum van de mondelinge behandeling. De advocaat van de man heeft desgevraagd laten weten het aanvullende verzoek over verstrekking van bankgegevens door de vrouw te zullen intrekken, zodat de rechtbank dit verzoek van de man zal afwijzen. Nu partijen afspraken hebben gemaakt, spreekt de rechtbank de hoop uit dat terhandstelling van de gevraagde bankgegevens door de vrouw aan de man de nodige duidelijkheid zal verschaffen aan de man.