ECLI:NL:RBROT:2025:13205
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van verzoeker wegens ontbreken dagvaarding in procedure
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 12 november 2025 uitspraak gedaan in een verzoekschriftprocedure. De verzoeker, die zelf procedeert zonder bijstand van een gemachtigde, heeft een verzoek ingediend tegen [verweerster] B.V. De procedure is gestart na een verstekvonnis van 3 juli 2025, waartegen de verzoeker in verzet wilde gaan. De kantonrechter heeft in een eerdere beschikking van 10 september 2025 overwogen dat de verzoeker alleen tegen het verstekvonnis in verzet kan gaan door middel van een dagvaarding en niet met een e-mail of brief. De verzoeker kreeg de gelegenheid om [verweerster] alsnog op te roepen voor de rolzitting van 21 oktober 2025. Echter, op deze rolzitting heeft de kantonrechter geen dagvaarding ontvangen van de verzoeker. Hierdoor heeft de kantonrechter de verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek. Dit betekent dat het verzoek niet inhoudelijk beoordeeld kan worden en dat het verstekvonnis onverkort blijft gelden.