ECLI:NL:RBROT:2025:12964
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de aanvraag om compensatie op grond van de Wet hersteloperatie toeslagen
In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen een besluit van de Dienst Toeslagen, waarin werd vastgesteld dat zij niet in aanmerking komt voor een forfaitair bedrag van € 30.000,- op basis van de Wet hersteloperatie toeslagen (Wht). De rechtbank heeft op 5 november 2025 uitspraak gedaan in deze zaak. Eiseres had eerder een aanvraag gedaan om compensatie, maar deze werd afgewezen. De rechtbank oordeelde dat het beroep ontvankelijk was, omdat het besluit over de integrale beoordeling nog niet in rechte vaststond. De rechtbank concludeerde dat de omstandigheden die eiseres aanvoerde niet binnen het beoordelingskader van de lichte toets vielen, en dat de Dienst Toeslagen terecht had vastgesteld dat eiseres niet in aanmerking kwam voor het forfaitaire bedrag. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, waardoor het bestreden besluit in stand bleef. Eiseres kreeg geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.