Op 3 oktober 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 2006. De officier van justitie had op 30 september 2025 verzocht om voortzetting van de op 29 september 2025 opgelegde crisismaatregel. Tijdens de mondelinge behandeling waren de betrokkene, haar advocaat, ouders, en twee psychiaters aanwezig. De rechtbank oordeelde dat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, omdat de betrokkene suïcidale gedachten had en niet in staat was om hulp te accepteren. De rechtbank verleende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel, waarbij verplichte zorg werd opgelegd, waaronder opname in een accommodatie en beperking van de bewegingsvrijheid. De machtiging geldt tot en met 24 oktober 2025. De rechtbank benadrukte het belang van open communicatie van de betrokkene over haar gevoelens en suïcidale gedachten. De overige door de officier verzochte vormen van zorg werden niet noodzakelijk geacht. De beschikking is mondeling gegeven door rechter mr. S. Wierink en schriftelijk uitgewerkt op 13 oktober 2025.