ECLI:NL:RBROT:2025:12872

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
3 oktober 2025
Publicatiedatum
4 november 2025
Zaaknummer
C/10/707532 / FA RK 25-7380
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 3 oktober 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 2006. De officier van justitie had op 30 september 2025 verzocht om voortzetting van de op 29 september 2025 opgelegde crisismaatregel. Tijdens de mondelinge behandeling waren de betrokkene, haar advocaat, ouders, en twee psychiaters aanwezig. De rechtbank oordeelde dat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, omdat de betrokkene suïcidale gedachten had en niet in staat was om hulp te accepteren. De rechtbank verleende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel, waarbij verplichte zorg werd opgelegd, waaronder opname in een accommodatie en beperking van de bewegingsvrijheid. De machtiging geldt tot en met 24 oktober 2025. De rechtbank benadrukte het belang van open communicatie van de betrokkene over haar gevoelens en suïcidale gedachten. De overige door de officier verzochte vormen van zorg werden niet noodzakelijk geacht. De beschikking is mondeling gegeven door rechter mr. S. Wierink en schriftelijk uitgewerkt op 13 oktober 2025.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/707532 / FA RK 25-7380
[referentienummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 3 oktober 2025 betreffende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] 2006 te [geboorteplaats] ,
hierna: betrokkene,
wonende te [plaats 1] ,
op dit moment verblijvende in [zorginstelling] te [plaats 2] ,
advocaat mr. G. Ozveren te Rotterdam.

1.Procesverloop

1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 30 september 2025, heeft de officier verzocht om voortzetting van de op 29 september 2025 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • een afschrift van de beslissing tot het nemen van de crisismaatregel van 29 september 2025;
  • de medische verklaring opgesteld door [psychiater 1] , psychiater, van 29 september 2025;
  • het historisch overzicht, waarop geen eerder afgegeven machtigingen staan vermeld.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 3 oktober 2025. Bij die gelegenheid zijn verschenen:
  • betrokkene met haar hiervoor genoemde advocaat;
  • de ouders van betrokkene;
  • [psychiater 2] , psychiater, en [arts] , arts, beiden verbonden aan [zorginstelling] .
  • [autismecoach] , autismecoach van betrokkene, verbonden aan BOBA.
1.3.
De officier is niet tijdens de mondelinge behandeling verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2.Beoordeling

2.1.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op levensgevaar. Betrokkene heeft gezegd dat ze van de afdeling af wil om haar leven actief te beëindigen. Betrokkene is ervan overtuigd dat geen enkele vorm van hulp haar helpt of kan gaan helpen. Betrokkene kan de lichamelijke problemen en de nare herinneringen door de ervaringen uit het ziekenhuis niet meer verdragen. Ze heeft meerdere keren per week nachtmerries en aanhoudende slaapstoornissen. Betrokkene heeft in het verleden al eerder pogingen gedaan om actief haar leven te beëindigen. Zij ziet geen toekomst meer. Tijdens de mondelinge behandeling verklaart de psychiater dat betrokkene momenteel nog niet naar huis kan, omdat het suïciderisico nog te hoog wordt ingeschat. Betrokkene geeft daarin onvoldoende inzicht.
2.2.
Vermoed wordt dat dit nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis, in de vorm van een persisterende suïcidaliteit bij een depressieve stoornis als gevolg van langdurige overmatige stress door invaliderende lichamelijke beperkingen en psychotraumatische ervaringen door eerdere lichamelijke behandelingen, bij een kwetsbaarheid in de informatieverwerking door een autismespectrumstoornis.
2.3.
De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
2.4.
Op basis van de medische verklaring en de mondelinge behandeling, acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
  • het opnemen in een accommodatie
  • het beperken van de bewegingsvrijheid
  • het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, inhoudende het accepteren en nakomen van ambulante behandelafspraken
2.5.
De huidige locatie is voornemens bij verlenging van de crisismaatregel en toewijzing van een langere opname betrokkene naar een andere accommodatie over te plaatsen. Gelet op de stukken en de verklaringen tijdens de mondelinge behandeling is voor de rechtbank voldoende duidelijk dat overplaatsing naar een andere accommodatie het onmiddellijk dreigend ernstig nadeel acuut naar de voorgrond doet treden. Omdat de rechtbank niet een accommodatie kan aanwijzen, verleent de rechtbank de vormen van zorg opname en het beperken van de bewegingsvrijheid niet langer dan tot en met 8 oktober 2025. Het doel is betrokkene vanuit de huidige accommodatie te begeleiden naar huis. De ouders van betrokkene zijn in overleg met intensieve ambulante hulpverlening om betrokkene een veilige basis thuis te kunnen bieden in afwachting van behandeling, zodat opname vanaf 8 oktober 2025 niet langer als verplichte vorm van zorg noodzakelijk wordt geacht. De rechtbank hoopt met deze beslissing en het gesprek met betrokkene dat zij voelt en is doordrongen van het feit dat alle bij de mondelinge behandeling aanwezige personen zich hard inzetten om haar te helpen. Dat is echter niet onmiddellijk geregeld. Het is belangrijk dat betrokkene open en eerlijk is over gevoelens of een drang uitvoering te geven aan haar suïcidale gedachten. Niet alleen naar haar ouders, maar ook naar de psychiater en de hulpverleners.
2.6.
De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg, te weten het toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, het uitoefenen van toezicht op betrokkene en het onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen, worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de behandelaar tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
2.7.
Betrokkene verzet zich tegen deze zorg. Hoewel betrokkene wel vrijwillig wil verblijven in de huidige accommodatie zolang dat nog nodig is, ook omdat ze dan wel zou mogen blijven in de huidige accommodatie, staat zij niet voor zichzelf in. Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.8.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.9.
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, welke machtiging een geldigheidsduur heeft van drie weken na vandaag.

3.Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van [betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.4. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 24 oktober 2025;
3.4.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is op 3 oktober 2025 mondeling gegeven door mr. S. Wierink, rechter, in tegenwoordigheid van L.A. Schaar, griffier, en op 13 oktober 2025 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.