Op 3 oktober 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 1987, die momenteel verblijft in een zorginstelling. De officier van justitie had verzocht om de voortzetting van de op 30 september 2025 opgelegde crisismaatregel, omdat de situatie van de betrokkene steeds schrijnender wordt. Tijdens de mondelinge behandeling op 3 oktober 2025 werd vastgesteld dat de betrokkene niet aanwezig was en zich in een separeerruimte bevond. De rechtbank heeft geconstateerd dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, waaronder levensgevaar en ernstige psychische schade, veroorzaakt door een psychische stoornis. De rechtbank oordeelde dat de voorgestelde verplichte zorg noodzakelijk is om het ernstig nadeel af te wenden. De rechtbank verleende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor een periode van drie weken, tot en met 24 oktober 2025. De rechtbank benadrukte dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn en dat de situatie van de betrokkene verslechtert. De beslissing is mondeling gegeven door rechter mr. S. Wierink en schriftelijk uitgewerkt op 13 oktober 2025.