Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officieren van justitie
- bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten, te weten mensensmokkel, terrorismefinanciering en de overtreding van de sanctiewet;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 3 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar.
4.Waardering van het bewijs
‘Zusje, waar gaan ze ons heenbrengen? Naar Raqqa?’.Op dat moment verschijnen er in Syrische media berichten dat er een akkoord tussen het Syrische regime en IS in Yarmouk gesloten zou kunnen worden, waarbij IS-strijders naar Noord-Syrië zouden worden geëvacueerd. Raqqa, de hoofdstad van het IS-kalifaat in Noord-Syrië, is in mei 2017 nog in handen van IS. De verdachte stuurt:
‘Nee, naar het platteland van Aleppo’.
‘Amerika gaat daar niet mee akkoord. Wij hebben daar geen gebieden’.Op het platteland rond Aleppo is IS dan al grotendeels verdreven. De verdachte stuurt vervolgens:
‘Broertje, maak je van hen los. Luister naar me’.[naam 1] stuurt:
‘Ik ga hier niet weg, inshallah.’De verdachte stuurt:
‘Maar broer!!! De zaken staan er slecht voor. Als je kunt vertrekken, doe dat dan.’[naam 1] stuurt vervolgens:
‘Zusje, het is hier beter dan ergens anders.’
‘Ik wil maar een woord van jou horen. Zeg me wanneer je weggaat uit de ellende waar je in zit, broertje. Omwille van God, ga daar weg (...). Je weet dat je daar weg kunt.’[naam 1] stuurt:
‘Zusje, de kinderen van je oom (van moederszijde) zijn burgers. (Zelfs) zij kunnen niet vertrekken. Als je wilt dat ik word gepakt, zul je je hele leven ellendig voelen over mij’.
Over [naam 3] en degenen die met
‘De groep van [naam familie] is (al) in Jarablus (Rb: Noord-Syrië). Ze hebben het nu op facebook gezet’. [naam 1] antwoordt daarop:
‘Nee zusje, ze zijn hier. Zusje, het lukt niet. Omdat wij de Tanzim zijn, Daesh’. De verdachte reageert:
‘Broertje. Ze laten die van Daesh er wel uit.’[naam 1] stuurt naar de verdachte:
‘Ik heb de drol gesproken.’Waarop de verdachte stuurt:
‘Wat zei hij tegen jou?’[naam 1] stuurt vervolgens:
‘Ben jij van de Staat?’en
‘Ik zei tegen hem ja. Hij zei tegen mij dat ik een checkpoint moet vinden. En hij laat de beschieting daarvan stopzetten, (zodat) je daar eruit kunt.’ ‘De organisatie’ (Tanzim), ‘de Staat’ en ‘Daesh’ zijn – ambtshalve bekende –
‘Zoals ik je al zei, zodra de man wist dat ik van de Staat ben, zei hij: “Ik kan niet voor je veiligheid zorgen in Yelda. Ik kan de beschieting laten stoppen bij het punt waar je eruit moet en dan kun je eruit.” Ik ga als God het wil. Ik zie je, zus.’
“Vandaag naar Suweida?”[naam 1] bevestigt:
“Vandaag is het de bedoeling dat we naar Suweida gaan. En daar wachten we op onze beurt. In de namiddag of het begin van de avond”. De deskundige [naam 2] heeft in dit kader opgemerkt dat hiermee duidelijk is dat de verdachte geen gebruik zou maken van de ‘burgerroute’ naar Idlib, maar van de ‘strijdersroute’ naar de woestijn, via de provincie Suweida.
‘Zusje, in het kamp voor (het ingaan van) het staakt-het-vuren heb ik de laatste twee van mijn jongens begraven’en
‘Mijn sector was Talateen Street’. Ook stuurt [naam 1]
‘Voor de (militaire) campagne waren daar 250 man. Maar toen de campagne begon bleven wij met 16 over. De laatste twee stierven op de dag van het staakt-het-vuren. En ondanks dat konden ze niet binnenkomen. We hebben het ze moeilijk gemaakt. (...) De tanks verbranden we met sponzen. We nemen de soldaten hun munitie af en vechten ermee. (...) Bij God, het hoofdkwartier van de Staat (IS), daar vond geen aanval op mij plaats’.Het laatste offensief van de regering bij de inname van Yarmouk vond plaats in de periode van 19 april tot en met 20 mei 2018.
‘Wij werden omsingeld door tanks. Het leger naderde. Ze kwamen van drie kanten op ons af. We bleven in de tunnels totdat we in gevecht raakten met het leger. (We verbleven in de tunnels) vanwege de vliegtuigen en tanks. Maar toen ze er waren, moesten we uit (de tunnels) komen en raakten we met ze in gevecht. Ze waren door het dolle heen. We doden, we doden. Ze keren niet terug. Ieder van ons had nog maar weinig kogels over’.
‘Het leger nam het gebouw dat aan de weg staat over. Ik richtte een slachting onder hen aan. Totdat ik het gebouw overnam. Iets van twintig lijken’.
Broer, als God het wil, is het geld morgenochtend om 10 uur bij de man. Okay? Zodat je 's middags kunt vertrekken. Okay? Maar je moet ons wel laten weten hoelang de reis gaat duren, bijvoorbeeld een dag of twee dagen, zodat we ervan op de hoogte zijn. Geef ons ook een noodnummer zodat we je kunnen bereiken in geval van nood. Okay? Moge God jullie zaken makkelijker maken. Luister, het geld zal bij [naam 7] zijn. [naam 7] gaat naar de man en laat hem het geld zien. Dan zegt hij tegen de man: "Ik zal het geld bewaren tot de jongen er is. Wanneer hij het volbracht heeft, krijg jij het geld vanmij". Zo gaat het in zijn werk. Ok?'
‘Goed. Maak hem lekker met geld. Geeft het nu. Honderd euro. Zeg hem: ‘dit is van jou’. Het belangrijkste is dat niemand je (her)kent. Je naam is [naam 4] . En zeg je naam niet. En scheer je. Pas je zaken aan. Je zoon is [naam 5] . Verwijder de gesprekken. Laat niets op je telefoon achter.’Verder stuurt zij op diezelfde datum naar [naam 1] :
‘Jij gaat naar Nederland, broertje.’
‘Ik ben een Palestijn en afkomstig uit het kamp. Ik neem zijn zaak ter harte. Als de route niet veilig is, begin ik er niet aan.’De verdachte stuurt:
‘Wij hebben een broer die martelaar is.’[naam 6] stuurt vervolgens:
‘Maak je geen zorgen. Er zijn mensen die uit het kamp vertrokken zijn naar hier, naar Istanbul. En als je wilt kan ik hem per vliegtuig naar jou huis sturen.’De verdachte stuurt op dezelfde datum naar [naam 6] :
‘Je wordt onmiddellijk betaald ! ! ! Maak je geen zorgen. Waar moet worden betaald? Bij jou? Of ginds? Ik ben degene die zal betalen.’
‘Hup, morgen kom je naar Nederland.’Ze zegt dat zij en haar zussen plannen aan het maken zijn om hem te ontvangen. [naam 1] stuurt:
‘Allereerst, hoe zal ik bij jou komen? Er is geen smokkel vanuit Turkije.’ De verdachte stuurt:
‘Ja, die is er wel.’ [naam 1] stuurt daarop:
‘Ze zeggen dat het erg moeilijk is.’Daarop antwoordt de verdachte:
‘Ik haal je wel.’
‘Het is noodzakelijk dat je praat met [naam 7] . Jij blijft [naam 8] heten.’En later die dag stuurt zij:
‘Broertje, het belangrijkste is dat je zegt dat je een burger bent. Wanneer de jongens jou spreken. En vergeet alles met betrekking tot Yarmouk.’
‘Je geld is er. Maar je hebt me niet verteld hoe groot het bedrag is.’[naam 1] antwoordt:
‘Vierduizend per persoon. Ik ben weg. Maken jullie het geld in orde?’De verdachte stuurt:
‘Het staat klaar, broertje.’[naam 1] stuurt vervolgens:
‘Regel ik met dezelfde smokkelaar de reis naar Turkije? Of laat ik [naam 7] verder met mij gaan. Met de smokkelaar is het 4000 voor Turkije.’
‘Maak een pasfoto zodat ik die aan de man kan geven voor de ID-kaart. Ik heb zelf geen pasfoto van je.’De verdachte stuurt vervolgens de gegevens van het identiteitsbewijs, waarop [naam 1] antwoordt:
‘Fantastisch.’
‘Maar ze zegen me dat het heel moeilijk is om te vertrekken vanuit Turkije.’Daarop antwoordt de verdachte:
‘Dat is moeilijk, inderdaad, maar voor jou niet. Omdat mijn man zal komen om je te halen.’[naam 1] stuurt:
‘Wie kan mijn situatie en papieren regelen in Turkije? Kent jouw man mensen?’De verdachte reageert:
‘Wij zijn mensen aan het regelen.’
5.Strafbaarheid feiten
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
nietde bedoeling is dat de verdachte in het kader van dit vonnis teruggaat naar de gevangenis, anders dan in het geval dat zij de voorwaarden verbonden aan het voorwaardelijk strafdeel niet zou nakomen. Het voorwaardelijke strafdeel dient ertoe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Bijlagen
10.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 90 (negentig) dagen;
taakstraf voor de duur van 80 (tachtig) uren, waarbij Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
40 (veertig) dagen.