ECLI:NL:RBROT:2025:12348
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing lichte toets op grond van de Wet hersteloperatie toeslagen
In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen de afwijzing van de Dienst Toeslagen om in aanmerking te komen voor een forfaitair bedrag van € 30.000,- op basis van de Wet hersteloperatie toeslagen (Wht). De rechtbank heeft op 20 oktober 2025 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij het beroep ongegrond is verklaard. Eiseres had eerder een aanvraag ingediend die door de Dienst Toeslagen op 29 augustus 2022 was afgewezen. Dit besluit werd later door de Dienst Toeslagen bevestigd in een bestreden besluit van 30 september 2024, waarin het bezwaar van eiseres ongegrond werd verklaard. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep ontvankelijk is, omdat de integrale beoordeling van de aanvraag van eiseres nog niet in rechte vaststaat. De rechtbank oordeelde dat de Dienst Toeslagen voldoende gemotiveerd had aangegeven waarom eiseres niet in aanmerking kwam voor het forfaitaire bedrag. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de Dienst Toeslagen terecht heeft vastgesteld dat eiseres geen gedupeerde is en dat de afwijzing van haar aanvraag voor compensatie bij de lichte toets terecht was. Eiseres heeft aangevoerd dat zij onterecht als oplichter is behandeld en dat haar dossier incompleet is, maar de rechtbank oordeelde dat de Dienst Toeslagen aan de wettelijke eisen heeft voldaan. De uitspraak houdt in dat het bestreden besluit in stand blijft en dat eiseres geen griffierecht of proceskostenvergoeding ontvangt.