ECLI:NL:RBROT:2025:12317

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
14 oktober 2025
Publicatiedatum
21 oktober 2025
Zaaknummer
10.187818.25 (herstelvonnis)
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelvonnis inzake opheffing voorlopige hechtenis

Op 9 oktober 2025 heeft de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, een vonnis uitgesproken in de zaak tegen een verdachte, geboren in 1993 en ten tijde van het onderzoek preventief gedetineerd. Na de uitspraak bleek dat het dictum van het vonnis een kennelijke misslag bevatte, die eenvoudig te herstellen was. In het dictum was per vergissing niet opgenomen dat het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte opgeheven moest worden op het moment dat de totale duur van de ondergane voorlopige hechtenis gelijk zou zijn aan het onvoorwaardelijk deel van de opgelegde gevangenisstraf. De rechtbank heeft daarom besloten het dictum te herstellen en de misslag te corrigeren. De beslissing om het bevel tot voorlopige hechtenis op te heffen is nu officieel vastgelegd in het herstelvonnis, dat op 14 oktober 2025 is gewezen door de voorzitter en twee andere rechters, in aanwezigheid van de griffier. De voorzitter en oudste rechter waren buiten staat om het herstelvonnis mede te ondertekenen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Team straf 1
Parketnummer: 10.187818.25
Op 9 oktober 2025 heeft de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, een vonnis uitgesproken in de zaak tegen:

[verdachte] ,

geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1993,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres] [postcode] [woonplaats] ,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting [naam P.I.]
raadsman/vrouw mr. T. Sönmez, advocaat in Rotterdam.
Na de uitspraak is gebleken dat het dictum van het vonnis een onmiddellijk kenbare misslag bevat, die zich leent voor eenvoudig herstel.
In het dictum van het vonnis is bij vergissing niet opgenomen:
Heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte met ingang van de dag waarop de totale duur van de tot dan toe ondergane verzekering en de voorlopige hechtenis gelijk zal zijn aan het onvoorwaardelijk deel van de opgelegde gevangenisstraf.
Het dictum van het vonnis zal daarom bij deze beslissing worden hersteld.

Beslissing

De rechtbank:
- herstelt de kennelijke misslag in het dictum en voegt de volgende alinea toe:
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte met ingang van de dag waarop de totale duur van de tot dan toe ondergane verzekering en voorlopige hechtenis gelijk zal zijn aan het onvoorwaardelijk deel van de opgelegde gevangenisstraf;
- beveelt de griffier deze beslissing aan te tekenen op en te hechten aan het origineel van het vonnis dat is hersteld.
Dit herstelvonnis is op 14 oktober 2025 gewezen door
mr. W.J. de Veld, voorzitter,
en mrs. G.P. van de Beek en mr. L.F.M. Venderbos, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. H.P. Eekhout, griffier.
De voorzitter en oudste rechter zijn buiten staat dit herstelvonnis mede te ondertekenen.