Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 14 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en als bijzondere voorwaarden meldplicht en ambulante behandeling, dadelijk uitvoerbaar;
- oplegging van de maatregel van artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht (Sr), inhoudende een contactverbod met [slachtoffer] , voor de duur van vijf jaar, dadelijk uitvoerbaar.
4.Waardering van het bewijs
Ga in de auto, ga niet rennen, want dan pak ik je” en dat hij [slachtoffer] in de auto een klap in zijn gezicht heeft gegeven. De verdachte heeft ook verklaard dat hij daarna samen met zijn zoon en een vriend met [slachtoffer] een huis is binnengegaan, waar de verdachte in de telefoon van [slachtoffer] heeft gekeken en waar [slachtoffer] een aantal vrienden heeft gebeld, die niets wisten van de fatbike van de zoon van verdachte. Vervolgens heeft de verdachte tegen [slachtoffer] gezegd dat hij hem niet meer ging aanraken, heeft hij zijn telefoonnummer gegeven en gezegd dat [slachtoffer] hem moest bellen als hij iets hoorde van de fatbike. Tot slot heeft de verdachte verklaard dat hij [slachtoffer] daarna heeft ‘losgelaten’.
of omstreeks17 juni 2025 te Schiedam [slachtoffer] heeft mishandeld, door die [slachtoffer]
(meermalen
)met een honkbalknuppel
, althans een zwaar en/of hard voorwerp, op/tegen de rug en
/ofde benen te slaan, en
/of
in/tegen het gezicht
en/of hoofdte slaan, en
/of
tegen/in de buik
, althans tegen het lichaamte slaan
en/of stompen;
of omstreeks17 juni 2025 te Schiedam
, althans in Nederland,opzettelijk [slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd
en/of beroofd gehouden,
/of
mee te lopen,in een auto te stappen en niet te gaan rennen want dan zou hij (verdachte) die [slachtoffer] pakken en
/of
in een (personen)auto te duwen en/of te dwingen en/ofte bewegen om bij verdachte
en/of zijn mededader(s)in een (personen)auto te stappen en
/of
/of
/of
, althans een scherp en/of puntig voorwerp,te tonen
en/of voor te houdenen
/of
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekkingen
/of
/of
op gebiedende wijze te zeggen dat hij een woning moest betreden en die [slachtoffer]in de richting van die woning te duwen
/of
of omstreeks17 juni 2025 te Schiedam [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht
en/of met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk die [slachtoffer] dreigend de woorden toegevoegd: “je mag hier met niemand over praten anders maak ik jou en je familie dood”
, althans woorden van gelijke dreigende aard en strekking.
5.Strafbaarheid feiten
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf en maatregel
8.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van veertien (14) maanden;
tien (10) maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
proeftijd, die wordt gesteld op
2 (twee) jaren;
taakstraf voor de duur van 240 (tweehonderdveertig) uren,waarbij Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
60 (zestig) dagen;
maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid voor de duur van vijf (5) jaren, inhoudende dat de veroordeelde wordt bevolen
€ 4.047,- (zegge: vierduizend en zevenenveertig euro), bestaande uit € 1.547,- aan materiële schade en € 2.500,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 17 juni 2025 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [slachtoffer] te betalen
€ 4.047,- (hoofdsom, zegge: vierduizend en zevenenveertig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 17 juni 2025 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van
€ 4.047,-niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
50 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;