Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 15 oktober 2025 in de zaak tussen
[eiser], uit Rotterdam, eiser
het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam, het college
Samenvatting
Procesverloop
Beoordeling door de rechtbank
8 augustus 2024 hem niet hebben bereikt. Het is volgens eiser aannemelijk dat hij die uitnodigingen niet heeft ontvangen. Ook de belbrief van 14 augustus 2024 en de aangetekende uitnodiging van 10 september 2024 heeft hij niet ontvangen. Volgens eiser is hierbij van belang dat hij een slechte verstandhouding heeft met een van zijn medebewoners. Het college was hiervan ook al sinds 23 mei 2023 op de hoogte. Eiser heeft afhaalberichten voor aangetekende post niet ontvangen, hierbij wijst hij op de problemen met de postbezorging in het algemeen. De uitnodigingen per e-mail hebben eiser ook niet bereikt. De e-mails zijn niet verstuurd met een leesbevestiging.
4 juni 2024 moest eiser weten dat hij voor het college bereikbaar moet zijn. Eiser heeft niet betwist dat het gebruikte e-mailadres en telefoonnummer juist zijn. Uit de gedingstukken blijkt niet dat de e-mails als onbestelbaar retour zijn ontvangen. De rechtbank stelt verder vast dat de brieven van 23 juli 2024 zijn voorzien van het juiste adres. Niet in geschil is dat de aangetekende brieven van 23 juli 2024 en van 10 september 2024 aangetekend zijn verstuurd en dat eiser deze brieven niet heeft afgehaald. In beginsel geldt het uitgangspunt dat de gevolgen hiervan volledig voor rekening en risico komen van de geadresseerde die het aangetekende stuk niet heeft opgehaald. [1] Voor zover eiser stelt dat hij geen afhaalberichten heeft ontvangen, ligt het op zijn weg feiten aannemelijk te maken op grond waarvan redelijkerwijs kan worden betwijfeld dat een afhaalbericht is achtergelaten. Voor zover eiser stelt dat er problemen zijn met de verwerking van de post nadat die op zijn adres is bezorgd, komt dit naar het oordeel van de rechtbank voor zijn rekening en risico. Eiser hoort zorg te dragen voor de ontvangst van zijn post. Het college kan hier niets aan doen. Uit de gedingstukken komt het beeld naar voren dat eiser op geen enkele wijze te bereiken is: niet per (aangetekende) post, niet per e-mail en ook niet per telefoon.
8 augustus 2024 een maatregelwaardige gedraging is. Het verschijnen op een oproep in verband met de mogelijkheden om te gaan werken (arbeidsinschakeling) is namelijk een verplichting waaraan eiser zich moet houden. Dit volgt uit artikel 5, tweede lid, aanhef onder b en 4 van de Verordening maatregelen en handhaving Participatiewet, IOAW en IOAZ van de gemeente Rotterdam. Eiser heeft zich niet aan die verplichting gehouden, omdat het aannemelijk is dat hij de uitnodiging(en) voor het gesprek op 8 augustus 2024 heeft ontvangen en vervolgens niet is verschenen.