ECLI:NL:RBROT:2025:11813

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
3 oktober 2025
Publicatiedatum
10 oktober 2025
Zaaknummer
ROT 24/6767
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag zorg op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz) door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ)

Deze uitspraak betreft de afwijzing van de aanvraag van eiseres om in aanmerking te komen voor zorg op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz). Eiseres, die lijdt aan een schizo-affectieve stoornis van het bipolaire/depressieve type, heeft op 22 augustus 2023 een aanvraag ingediend. Het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) heeft deze aanvraag op 10 november 2023 afgewezen, en na bezwaar is deze afwijzing gehandhaafd. Eiseres is het niet eens met deze beslissing en heeft beroep ingesteld. De rechtbank heeft op 3 oktober 2025 de zaak behandeld en geconcludeerd dat het CIZ terecht heeft geoordeeld dat eiseres niet in aanmerking komt voor zorg op grond van de Wlz. De rechtbank oordeelt dat de blijvendheid van de zorgbehoefte niet kan worden vastgesteld zonder het oordeel van een betrokken behandelaar. De rechtbank heeft vastgesteld dat er momenteel geen noodzaak is voor 24 uur per dag zorg in de nabijheid, ondanks de ernstige psychiatrische problematiek van eiseres. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst de verzoeken om griffierecht en proceskostenvergoeding af.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Bestuursrecht
zaaknummer: ROT 24/6767

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 3 oktober 2025 in de zaak tussen

[naam eiseres] , uit [plaats] , eiseres

(gemachtigde: mr. M.Y. van Oel),
en

Centrum Indicatiestelling Zorg, het CIZ

(gemachtigde: mr. L.M.R. Kater).

Samenvatting

1.
1.1.
Deze uitspraak gaat over de afwijzing van de aanvraag van eiseres om in aanmerking te komen voor zorg op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz). Eiseres is het niet eens met de afwijzing van de aanvraag. Zij voert daartoe een aantal beroepsgronden aan. Aan de hand van deze beroepsgronden beoordeelt de rechtbank de afwijzing van de aanvraag.
1.2.
De rechtbank komt in deze uitspraak tot het oordeel dat het CIZ terecht heeft geoordeeld dat eiseres niet in aanmerking komt voor zorg op grond van de Wlz
.Eiseres krijgt dus geen gelijk en het beroep is dus ongegrond. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.

Procesverloop

2.
2.1.
Eiseres heeft op 22 augustus 2023 een aanvraag ingediend voor zorg op grond van de Wlz. Het CIZ heeft deze aanvraag met het besluit van 10 november 2023 afgewezen. Met het bestreden besluit van 28 mei 2024 op het bezwaar van eiseres is het CIZ bij de afwijzing van de aanvraag gebleven.
2.2.
Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit. Het CIZ heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
2.3.
De rechtbank heeft het beroep op 25 augustus 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigde van eiseres en de gemachtigde van het CIZ die werd vergezeld door [persoon A] .

Totstandkoming van het bestreden besluit

3. Eiseres is bekend met een schizo affectieve stoornis van het bipolaire/depressieve type. Op 22 augustus 2023 heeft zij een aanvraag voor Wlz-zorg ingediend. Naar aanleiding van die aanvraag heeft op 4 oktober 2023 een huisbezoek plaatsgevonden, waarna de medisch adviseur van het CIZ op 10 november 2023 een medisch advies heeft opgesteld. Met het primaire besluit heeft het CIZ de aanvraag van eiseres afgewezen.
4. In het kader van het door eiseres ingediende bezwaar tegen het primaire besluit heeft op 4 april 2024 via beeldbellen contact plaatsgevonden tussen het CIZ en eiseres, waarbij onderzoek is gedaan naar de situatie van eiseres. Het CIZ heeft vervolgens met het bestreden besluit het primaire besluit gehandhaafd. Aan het bestreden besluit heeft het CIZ ten grondslag gelegd dat niet kan worden vastgesteld dat sprake is van een blijvende behoefte aan 24 uur per dag zorg in de nabijheid, omdat vooralsnog geen sprake is van een stabiele eindsituatie. Eiseres heeft volgens het CIZ daarom geen toegang tot zorg vanuit de Wlz.

Beoordeling door de rechtbank

5. De toepasselijke regels uit de Wlz zijn opgenomen in de bijlage die deel uitmaakt van deze uitspraak.
6. Voor eiseres is de grondslag psychische stoornis vastgesteld. Deze grondslag kan toegang geven tot Wlz-zorg indien aan de voorwaarden van artikel 3.2.1. van de Wlz is voldaan. Niet in geschil is dat er een noodzaak is tot 24 uur per dag zorg in de nabijheid om ernstig nadeel te voorkomen. Beoordeeld dient te worden of de zorgbehoefte die eiseres heeft kan worden beschouwd als blijvend, dat wil zeggen van niet voorbijgaande aard.
7. Eiseres stelt zich op het standpunt dat het CIZ ten onrechte heeft geoordeeld dat de rol van de huisarts onvoldoende is om de blijvendheid van de huidige stoornissen en beperkingen vast te stellen. De huisarts heeft immers jarenlang haar medische toestand gevolgd en heeft dus voldoende kennis van haar ziektebeeld en beperkingen. De huisarts kan daarom als deskundige worden beschouwd. Verder heeft het CIZ geen rekening gehouden met de consistente medische geschiedenis van eiseres die aantoont dat sinds 2011 geen verbetering is opgetreden. Volgens eiseres is dit een duidelijke indicatie van de blijvendheid van haar stoornissen en beperkingen. Tot slot heeft het CIZ onvoldoende gemotiveerd waarom, naast de al beschikbare uitgebreide en consistente medische documentatie, nog een aanvullende beoordeling door een deskundige noodzakelijk zou zijn.
8. Het CIZ heeft het medisch advies van 10 november 2023 aan het bestreden besluit ten grondslag gelegd. De medisch adviseur komt in dit advies tot de volgende conclusie:

“Concluderend kan er gesproken worden van een zeer zorgelijke situatie waarbij er momenteel sprake is van een noodzaak tot 24 uurs zorg in de nabijheid om ernstig nadeel te voorkomen als gevolg van forse psychiatrische problematiek. Dit ernstig nadeel bestaat uit een zeer passieve daginvulling, waarbij betrokkene de hele dagen op bed blijft liggen, geen initiatief toont voor zelfzorg en intake en niet adequaat alarmeert, waardoor ze zichzelf verwaarloost. Betrokkene gebruikt momenteel wel medicatie, maar het is onduidelijk of dit momenteel de juiste behandeling is en of er nog andere behandeling voorliggend is. Er is sinds 2019 geen betrokkenheid vanuit de GGZ, er is dus ook geen behandelaar die kan vaststellen of er sprake is van een blijvende situatie of dat er nog behandelmogelijkheden zijn. In het medisch advies van de bezwaarprocedure in 2022 werd een beoordeling door een ter zake kundige (psychiater) geadviseerd; dit is tot op heden (nog) niet gebeurd. Het huidige toestandsbeeld is vergelijkbaar met de situatie in 2022, waarbij betrokkene nu mogelijk echter nog meer passief gedrag vertoont t.o.v. eerder. Alhoewel het psychiatrisch ziektebeeld blijvend is, kan de blijvendheid van de huidige stoornissen en beperkingen opnieuw niet vastgesteld worden zonder het oordeel van een ter zake kundige. De beperkingen en symptomen kunnen mogelijk verbeteren bij adequate behandeling. Mogelijk dat opnieuw behandeling binnen een gedwongen setting noodzakelijk is om haar functioneren te doen verbeteren. Het is ook juist in belang van betrokkene dat er (meer) aandacht komt voor haar forse psychiatrische problematiek, in de hoop dat haar functioneren door de juiste behandeling in de toekomst nog kan verbeteren. Betrokkene is momenteel aangewezen op de zorg vanuit de andere domeinen. Verwijzing naar de GGZ via de huisarts voor beoordeling door een ter zake kundige (psychiater) wordt opnieuw ten zeerste aanbevolen gezien de huidige situatie. Na overleg van de huisarts met de psychiater dit jaar werd ook beoordeling door de GGZ geadviseerd om te beoordelen of medicatie aangepast kon worden.”

9. Volgens vaste rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep (bijvoorbeeld de uitspraak van 16 september 2015, ECLI:NL:CRVB:2015:3266) is een advies van een medisch adviseur van het CIZ een deskundigenadvies en mag het CIZ, indien het advies op onpartijdige, objectieve en inzichtelijke wijze is opgesteld, bij de besluitvorming in beginsel van dat advies uitgaan, tenzij er concrete aanknopingspunten bestaan voor twijfel aan de juistheid of volledigheid van het advies.
10. De rechtbank oordeelt dat het CIZ op zorgvuldige en toereikende wijze heeft gemotiveerd dat op dit moment geen
blijvendenoodzaak kan worden vastgesteld voor
24 uur per dag zorg in de nabijheid. Voorts heeft het CIZ afdoende gemotiveerd dat behandeling en beoordeling door een ter zake deskundige voorliggend is. Zoals de medisch adviseur aangeeft is het momenteel onduidelijk of eiseres goed is ingesteld op de medicatie die zij inneemt, of dit de juiste behandeling is en of er nog andere behandeling voorliggend is. Het CIZ heeft daarom terecht gesteld dat de blijvendheid van de zorgbehoefte van eiseres niet kan worden vastgesteld zonder het oordeel van een betrokken behandelaar.
11. Het CIZ heeft zich voor het bestreden besluit mogen baseren op het advies van de medisch adviseur omdat dit advies op zorgvuldige wijze tot stand is gekomen. Hierbij is van belang dat uit het advies blijkt welke onderzoeksactiviteiten hebben plaatsgevonden en op basis van welke gegevens de medisch adviseur tot de bevindingen is gekomen. Door eiseres zijn ook geen stukken overgelegd op grond waarvan aan de juistheid van het medisch oordeel moet worden getwijfeld in relatie tot de blijvendheid van de zorgbehoefte. De huisarts van eiseres is, anders dan zij stelt, geen ter zake deskundige. De omstandigheid dat de huisarts al jarenlang de medische toestand van eiseres volgt maakt dit niet anders. Overigens heeft de huisarts van eiseres ook niet verklaard dat verdere behandeling niet meer mogelijk zou zijn. Dat de medische aandoeningen van eiseres blijvend van aard zijn en zij een lange medische voorgeschiedenis heeft, betekent niet dat als gevolg van deze aandoeningen een blijvende noodzaak tot 24 uur zorg in de nabijheid of permanent toezicht bestaat.

Conclusie en gevolgen

12. Het beroep is ongegrond. Eiseres krijgt daarom het griffierecht niet terug. Zij krijgt ook geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Zoethout, rechter, in aanwezigheid van
mr.T.T. Nguyen, griffier. Uitgesproken in het openbaar op 3 oktober 2025.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.
Digitaal hoger beroep instellen kan via “Formulieren en inloggen” op www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan de Centrale Raad van Beroep, Postbus 16002, 3500 DA Utrecht.
Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Bijlage: voor deze uitspraak belangrijke wet- en regelgeving

Wet langdurige zorg
Op grond van artikel 3.2.1, eerste lid, heeft een verzekerde recht op zorg die op zijn behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden is afgestemd voor zover hij naar aard, inhoud en omvang en uit een oogpunt van doelmatige zorgverlening redelijkerwijs op die zorg is aangewezen omdat hij, vanwege een somatische of psychogeriatrische aandoening of beperking of een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke handicap, een blijvende behoefte heeft aan:
a. permanent toezicht ter voorkoming van escalatie of ernstig nadeel voor de verzekerde, of
b. 24 uur per dag zorg in de nabijheid, omdat hij zelf niet in staat is om op relevante momenten hulp in te roepen en hij, om ernstig nadeel voor hem zelf te voorkomen,
1°. door fysieke problemen voortdurend begeleiding, verpleging of overname van zelfzorg nodig heeft, of
2°. door zware regieproblemen voortdurend begeleiding of overname van taken nodig heeft.
In artikel 3.2.1, tweede lid, is bepaald dat in het eerste lid wordt verstaan onder:
a. blijvend: van niet voorbijgaande aard;
b. permanent toezicht: onafgebroken toezicht en actieve observatie gedurende het gehele etmaal, waardoor tijdig kan worden ingegrepen;
c. ernstig nadeel voor de verzekerde: een situatie waarin de verzekerde:
1°. zich maatschappelijk te gronde richt of dreigt te richten;
2°. zichzelf in ernstige mate verwaarloost of dreigt te verwaarlozen;
3°. ernstig lichamelijk letsel oploopt of dreigt op te lopen dan wel zichzelf ernstig lichamelijk letsel toebrengt of dreigt toe te brengen;
4°. ernstig in zijn ontwikkeling wordt geschaad of dreigt te worden geschaad of dat zijn veiligheid ernstig wordt bedreigd, al dan niet doordat hij onder de invloed van een ander raakt;
d. zelfzorg: de uitvoering van algemene dagelijkse levensverrichtingen waaronder de persoonlijke verzorging en hygiëne en, zo nodig, de verpleegkundige zorg;
e. regieproblemen: beperkingen in het vermogen om een adequaat oordeel te vormen over dagelijks voorkomende situaties op het gebied van sociale redzaamheid, probleemgedrag, psychisch functioneren of geheugen en oriëntatie.