ECLI:NL:RBROT:2025:11310
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Inhouding op bijstandsuitkering in verband met derdenbeslag en de verplichting tot medewerking door het college
Op 29 september 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen eiser en het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam. Eiser had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college, waarin werd aangekondigd dat er maandelijks een bedrag van € 67,27 op zijn bijstandsuitkering zou worden ingehouden in verband met een derdenbeslag. Dit beslag was gelegd door een gerechtsdeurwaarder van Inkassier, op basis van een vonnis van de kantonrechter van 19 december 2023, ten laste van eiser vanwege een openstaande vordering van VGZ Zorgverzekeraar N.V.
De rechtbank oordeelde dat het college terecht het bedrag op de bijstandsuitkering inhoudt, omdat het college verplicht is om medewerking te verlenen aan het derdenbeslag. Eiser betwistte de schuld aan VGZ en de geldigheid van het vonnis, maar de rechtbank stelde vast dat deze geschilpunten aan de civiele rechter voorgelegd moeten worden. De rechtbank merkte op dat het kantonrechtersvonnis door de rechter was ondertekend en dat eiser niet in de procedure was verschenen, waardoor het een verstekvonnis was.
De rechtbank concludeerde dat het beroep van eiser ongegrond was, wat betekende dat hij geen gelijk kreeg en geen vergoeding van proceskosten of griffierecht terugkreeg. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.