Op 10 september 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een incident tot zekerheidstelling voor proceskosten in een civiele procedure tussen Sociedad Exportadora F&A Family Fresh Spa (F&A) en SFI Rotterdam B.V. (SFI). SFI vorderde dat de rechtbank F&A zou veroordelen om zekerheid te stellen voor haar proceskosten, waarbij een bedrag van € 26.137,00 in de vorm van een bankgarantie werd geëist. F&A voerde verweer en stelde dat een aangeboden zekerheid van € 12.559,00 door middel van storting op de derdengeldrekening van haar advocaat volstond.
De rechtbank oordeelde dat de aangeboden zekerheid van € 12.559,00 voldeed aan de eisen en dat F&A deze niet in de vorm van een bankgarantie hoefde te stellen. De rechtbank baseerde haar beslissing op de relevante wetgeving, waarbij werd opgemerkt dat de aangeboden zekerheid voldoende was voor de proceskosten die F&A mogelijk verschuldigd zou zijn aan SFI. De rechtbank wees de vordering van SFI af om de zekerheid in de vorm van een bankgarantie te stellen, omdat de door F&A aangeboden wijze van zekerheidstelling algemeen geaccepteerd was.
Daarnaast werd SFI veroordeeld in de kosten van het incident, omdat zij in het ongelijk was gesteld. De rechtbank bepaalde dat F&A de zekerheid uiterlijk op 24 september 2025 moest stellen en dat zij de rechtbank en de advocaat van SFI hiervan schriftelijk op de hoogte moest stellen. De zaak zal op 8 oktober 2025 weer op de rol komen voor verdere behandeling.