Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- het tussenvonnis van 28 augustus 2024 en de daarin vermelde stukken;
- het deskundigenbericht van 6 juni 2025, met twee bijlagen;
- de conclusie na deskundigenbericht van de VvE, met één productie;
- de conclusie na deskundigenbericht van DRVM c.s.;
- de antwoordconclusie na deskundigenbericht van de VvE;
- de conclusie van antwoord na deskundigenbericht van DRVM c.s.
2.De verdere beoordeling
Samenvatting van de tussenvonnissen
- De kosten van het schilderwerk van de boeidelen. De deskundige heeft deze kosten begroot op € 9.975,00, maar volgens de VvE zou conform de schadebegroting van BOOT moeten worden uitgegaan van een kostenpost van € 16.957,50 (te vermeerderen met btw en indexering).
- De kosten van het steigerwerk. Volgens de deskundige kan worden gewerkt met een rolsteiger. Hij heeft de kosten in dat kader begroot op € 10.000,00. Volgens de VvE volstaat een rolsteiger niet en moet worden gewerkt met een vaste steiger. Conform de begroting van BOOT zou daarom moeten worden uitgegaan van een kostenpost van € 29.464,00 (te vermeerderen met btw en indexering), aldus de VvE.
178,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)