Op 16 september 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres, een gedupeerden in de toeslagenaffaire, en de minister van Financiën. Eiseres had een aanvraag ingediend voor de overname van geldschulden op basis van de Wet hersteloperatie toeslagen (Wht). De rechtbank oordeelde dat er geen geschil meer bestond over de schulden die de minister moest overnemen, waardoor het beroep van eiseres niet-ontvankelijk werd verklaard. De minister was echter verplicht om de proceskosten van eiseres te vergoeden, omdat hij aan haar tegemoet was gekomen in de procedure. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister in eerdere besluiten een aantal schulden had overgenomen, maar dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een afwijking van de standaardregel voor proceskostenvergoeding rechtvaardigden. De rechtbank heeft de proceskosten vastgesteld op € 1.814,- en het betaalde griffierecht van € 51,- aan eiseres vergoed. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.