ECLI:NL:RBROT:2025:1080

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
22 januari 2025
Publicatiedatum
27 januari 2025
Zaaknummer
C/10/662375 / HA ZA 23-628
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheidsincident inzake zeevervoer onder Sea Waybill en forumkeuze

In deze zaak, die zich afspeelt voor de Rechtbank Rotterdam, betreft het een bevoegdheidsincident in het kader van een geschil over zeevervoer onder een Sea Waybill. De eiseressen, Exobreizh S.A.S., Miles Import S.A.S., Tokio Marine Europe SA, Helvetia Compagnie Suisse d'Assurances, SMA SA en SI Insurance (hierna gezamenlijk aangeduid als Exobreizh c.s.), hebben een vordering ingesteld tegen de gedaagde, Seatrade Group NV, die zich op onbevoegdheid beroept. De rechtbank heeft op 22 januari 2025 uitspraak gedaan in dit incident.

De eiseressen vorderen dat de rechtbank zich bevoegd verklaart om kennis te nemen van hun vordering, die is gebaseerd op een vervoerovereenkomst en onrechtmatige daad. De eiseressen stellen dat de goederen, die onder een Sea Waybill zijn vervoerd, niet in de juiste staat zijn afgeleverd, wat heeft geleid tot schade. Seatrade betwist de bevoegdheid van de rechtbank en stelt dat de eiseressen geen partij zijn bij de vervoerovereenkomst, omdat zij niet de boekende partij zijn en de Sea Waybill geen waardepapier is.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen geldig forumkeuzebeding is overeengekomen tussen partijen, omdat de verwijzing naar de algemene voorwaarden op de Sea Waybill niet voldoet aan de eisen van de Brussel I bis-Vo. De rechtbank oordeelt dat, indien de eiseressen zijn toegetreden tot de vervoerovereenkomst, de rechtbank bevoegd is op grond van de artikelen 6 sub a en 629 Rv, omdat de goederen in Vlissingen dienden te worden afgeleverd. De rechtbank heeft Seatrade in de proceskosten van het incident veroordeeld en de zaak naar de rolzitting van 5 maart 2025 verwezen voor het nemen van een conclusie van antwoord door Seatrade.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/662375 / HA ZA 23-628
Vonnis in incident van 22 januari 2025
in de zaak van
1. de vennootschap naar buitenlands recht,
EXOBREIZH S.A.S.,
gevestigd te Rungis (Frankrijk),
2. de vennootschap naar buitenlands recht,
MILES IMPORT S.A.S.,
gevestigd te Rungis (Frankrijk),
3. de vennootschap naar buitenlands recht,
TOKIO MARINE EUROPE SA,
gevestigd te Luxemburg (Luxemburg),
4. de vennootschap naar buitenlands recht,
HELVETIA COMPAGNIE SUISSE D'ASSURANCES,
gevestigd te Saint Gall (Zwitserland),
5. de vennootschap naar buitenlands recht,
SMA SA,
gevestigd te Parijs (Frankrijk)
6. de vennootschap naar buitenlands recht,
SI INSURANCE (EUROPE) SA,
gevestigd te Monterey (Luxemburg),
eiseressen in de hoofdzaak,
verweersters in het incident,
advocaten mrs. H.T. Flameling en V.R. Pool te Rotterdam,
tegen
de naamloze vennootschap
SEATRADE GROUP NV,
gevestigd te Willemstad (Curaçao),
gedaagde in de hoofdzaak,
eiser in het incident,
advocaat mr. J.J. van de Velde te Rotterdam.
Partijen zullen hierna Exobreizh c.s. (gedaagden in het incident gezamenlijk), Exobreizh, Miles Import, Tokio Marine, Helvetia, SMA, SI Insurance en Seatrade genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 16 maart 2023, met producties 1 tot en met 6;
  • de incidentele conclusie houdende eis tot onbevoegdheid van Seatrade, met producties 1 tot en met 4;
  • de incidentele conclusie van antwoord, met producties 7 tot en met 12;
  • de brief van deze rechtbank van 4 september 2024 met daarin een oproep voor de zitting op 28 november 2024;
  • de brieven van Seatrade van 11 november 2024 en 15 november 2024 met respectievelijk producties 5 en 6;
  • de mondelinge behandeling van 28 november 2024 en de ter gelegenheid daarvan overgelegde spreekaantekeningen van Exobreizh c.s. en Seatrade. Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat de rechter niet over alle stukken beschikte, te weten de producties 13 en 14 van Exobreizh c.s. Deze zijn wel tijdig door Seatrade ontvangen. De producties zijn tijdens de mondelinge behandeling door Exobreizh c.s. aan de rechter overhandigd en zijn aan het dossier toegevoegd.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.

2.De vordering in de hoofdzaak

2.1.
Exobreizh c.s. vorderen dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
voor recht verklaart dat Seatrade jegens Exobreizh c.s. aansprakelijk is voor de in de dagvaarding beschreven handelingen/nalaten en/of tekortkoming en de daardoor veroorzaakte schade;
primair: Seatrade veroordeelt om aan Exobreizh c.s. tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen het bedrag van € 61.864,80, te vermeerderen met de expertisekosten (p.m.), te vermeerderen met de buitengerechtelijke incassokosten van € 1.393,64, alles te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 16 maart 2022, althans, althans 18 maart 2022, althans 13 maart 2023, althans vanaf de dag van de dagvaarding, tot aan de dag van de algehele voldoening,
subsidiair: Seatrade veroordeelt om aan Exobreizh c.s. ieder voor hun respectievelijke aandeel, althans aan Exobreizh, althans aan Miles Import, althans aan Tokio Marine, althans aan Helvetia, althans aan SMA, althans aan SI Insurance, tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen het bedrag van € 61.864,80, te vermeerderen met de expertisekosten (p.m.), te vermeerderen met de buitengerechtelijke incassokosten van € 1.393,64, alles te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 16 maart 2022, althans, althans 18 maart 2022, althans 13 maart 2023, althans vanaf de dag van de dagvaarding, tot aan de dag van de algehele voldoening,
3. met veroordeling van Seatrade in de (na)kosten van dit geding, vermeerderd met de wettelijke rente.
2.1.1.
Hieraan leggen Exobreizh c.s. – samengevat – het volgende ten grondslag. Exobreizh heeft 3880 dozen mango’s (hierna: de goederen) gekocht van AGN Superfoods E.I.R.L. op basis van Incoterm FOB PAITA en deze vervolgens doorverkocht aan Miles Import. Tokio Marine, Helvetia, SMA en SI Insurance zijn de verzekeraars van Miles Import. Seatrade is de vervoerder onder een door haar op 27 februari 2022 uitgegeven Sea Waybill (nummer [nummer] ) voor het vervoer van de goederen in een 40’ HC Reefer container van laadhaven Paita, Peru, naar loshaven Vlissingen, Nederland. Exobreizh staat als consignee vermeld op de Sea Waybill, alsmede het email adres van Miles Import. De goederen dienden conform instructies op de Sea Waybill vervoerd te worden op +8,0 graden Celsius. Na lossing op 16 maart 2022 is geconstateerd dat de goederen rot/bruin waren. De hierna door Exobreizh c.s. aangestelde expert HDG concludeert in zijn rapport dat de goederen zijn vervoerd onder temperaturen variërend van 20,0 graden Celsius tot 27,5 graden Celsius. De goederen zijn na de gezamenlijke expertise vernietigd. De schadeomvang is gebaseerd op de gezonde marktwaarde ten tijde van de lossing, te weten € 59.964,80, vermeerderd met de kosten van vernietiging van € 1.900,00.
Exobreizh c.s. baseren hun vordering tot vergoeding van de schade hetzij op de vervoerovereenkomst waartoe zij zijn toegetreden, hetzij op onrechtmatige daad. Seatrade heeft haar hoofdverplichting onder de overeenkomst geschonden, omdat zij de goederen niet op de bestemming heeft afgeleverd in de staat waarin zij deze heeft ontvangen (artikel 8:378 BW). Zij heeft bovendien haar zorgplicht geschonden als vervoerder doordat de container niet geschikt was om de goederen in te vervoeren.
De Nederlandse rechter is volgens Exobreizh c.s. bevoegd om van het geschil kennis te nemen op grond van artikel 629 Rv, althans artikel 6 sub a en/of e Rv, omdat sprake is van vervoer over zee naar een Nederlandse haven.

3.Het geschil in het bevoegdheidsincident

3.1.
Seatrade vordert dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, zich onbevoegd verklaart om van de door Exobreizh c.s. in de hoofdzaak aanhangig gemaakte vordering kennis te nemen, met veroordeling van Exobreizh c.s. in de kosten van het incident.
3.1.1.
Seatrade legt daaraan, kort gezegd, het volgende ten grondslag.
Indien Exobreizh c.s. niet degenen zijn die het vervoer hebben geboekt bij Seatrade, zoals door Exobreizh c.s. is aangevoerd, dan zijn zij geen partij bij de vervoerovereenkomst. Zij zijn ook niet toegetreden tot de vervoerovereenkomst. De Sea Waybill is namelijk geen waardepapier, zoals een cognossement dat is, en hier kan geen vorderingsrecht uit voortvloeien. Aangezien Exobreizh c.s. geen partij zijn bij de vervoerovereenkomst, kan de bevoegdheid/rechtsmacht voor de vordering van Exobreizh volgens Seatrade ook niet worden gebaseerd op artikel 629 Rv of artikel 6 sub a Rv.
Indien Exobreizh c.s. wel zijn toegetreden tot de vervoerovereenkomst, dan geldt volgens Seatrade dat zij ook zijn gebonden aan de condities van Seatrade die op de Sea Waybill van toepassing zijn, waaronder de in clausule 26 opgenomen forumkeuze voor de rechtbank Antwerpen. Zij hebben immers de lading in ontvangst genomen zonder te protesteren tegen de bepalingen die op de Sea Waybill staan.
3.2.
Exobreizh c.s. voeren verweer en concluderen tot afwijzing van de incidentele vordering van Seatrade, met veroordeling van Seatrade in de kosten van het incident.
3.2.1.
Exobreizh c.s. voeren daartoe, kort gezegd, het volgende aan. Volgens hen is zowel Exobreizh als Miles Import als consignee genoemd op de Sea Waybill. Zij zijn actief gelegitimeerd en zijn daarom toegetreden tot de vervoerovereenkomst zoals die blijkt uit de Sea Waybill. In tegenstelling tot wat Seatrade stelt, zijn zij echter niet gebonden aan het forumkeuzebeding, aldus Exobreizh c.s. De condities met daarin het forumkeuzebeding staan namelijk niet vermeld op de Sea Waybill. De achterzijde van de Sea Waybill is blanco en uit de tekst op de voorzijde van de Sea Waybill blijkt niet duidelijk dat een set met algemene voorwaarden van toepassing wordt verklaard. Ook worden deze voorwaarden en/of de vindplaats hiervan niet medegedeeld. De verwijzing voldoet daarom niet aan de vereisten van artikel 25 Brussel I bis.
Kortom, omdat Seatrade woonplaats heeft op Curaçao, dient de bevoegdheid volgens Exobreizh c.s. aan de hand van Rv te worden getoetst. De plaats van aflevering was Vlissingen en daarom is de Nederlandse rechter bevoegd op grond van artikel 6 sub a Rv en artikel 629 Rv. Ook ten aanzien van onrechtmatige daad is de Nederlandse rechter bevoegd op grond van artikel 6 sub e Rv.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling in het bevoegdheidsincident

4.1.
Seatrade heeft tijdig en vóór alle verweren een beroep gedaan op de onbevoegdheid van de rechtbank.
4.2.
Er is sprake van een internationaal geval. Exobreizh, Miles Import en SMA zijn in Frankrijk gevestigd, Tokio Marine en SI Insurance in Luxemburg, Helvetia in Zwitserland en Seatrade op Curaçao. De vordering in de hoofdzaak betreft een burgerlijke of handelszaak en is ingesteld na 10 januari 2015 zodat de Herschikte EEX-Verordening, de Verordening (EU) Nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (hierna: Brussel I bis-Vo) van toepassing is. De vraag of partijen een forumkeuzebeding zijn overeengekomen dient daarom in beginsel aan de hand van de deze verordening te worden beantwoord.
4.3.
Partijen twisten onder meer over de vraag of Exobreizh en/of Miles Import zijn toegetreden tot de vervoerovereenkomst en aan de hand van welk recht dat beoordeeld zou moeten te worden. De beantwoording van deze vraag dient primair in de hoofdzaak te geschieden. In het kader van dit incident zal de rechtbank er veronderstellenderwijs van uitgaan dat Exobreizh en/of Miles Import tot de vervoerovereenkomst is/zijn toegetreden. Onderzocht zal worden of in dat geval daarbij rechtsgeldig een forumkeuze is overeengekomen. Dat het daarbij niet gaat over wat er in eerste instantie is afgesproken tussen Seatrade en de partij die het vervoer heeft geboekt, maar alleen om de vervoerovereenkomst zoals belichaamd in de Sea Waybill en wat Exobreizh en/of Miles Import hebben aanvaard, is tussen partijen niet langer in geschil. De rechtbank zal daarom beoordelen of de verwijzing zoals weergegeven op de (voorzijde van de) Sea Waybill voldoet aan de vereisten van artikel 25 van de Brussel I bis-Vo. Indien het laatste niet het geval is, behoeft de voorvraag over de eventuele toetreding tot de vervoerovereenkomst in dit stadium niet beantwoord te worden.
4.4.
Artikel 25 lid 1 Brussel I bis-Vo bepaalt dat partijen, ongeacht hun woonplaats binnen of buiten de Europese Unie, een gerecht van een lidstaat kunnen aanwijzen voor de kennisneming van geschillen die naar aanleiding van een bepaalde rechtsbetrekking zijn ontstaan of zullen ontstaan. Het artikel stelt een aantal geldigheidsvereisten met betrekking tot forumkeuzebedingen:
De overeenkomst tot aanwijzing van een bevoegd gerecht wordt gesloten:
a) hetzij bij een schriftelijke overeenkomst of bij een schriftelijk bevestigde mondelinge overeenkomst;
b) hetzij in een vorm die wordt toegelaten door de handelwijzen die tussen de partijen gebruikelijk zijn geworden;
c) hetzij, in de internationale handel, in een vorm die overeenstemt met een gewoonte waarvan de partijen op de hoogte zijn of hadden behoren te zijn en die in de internationale handel algemeen bekend is en door partijen bij dergelijke overeenkomsten in de betrokken handelsbranche doorgaans in acht wordt genomen.
De stelplicht en bewijslast ten aanzien van feiten en omstandigheden waaruit volgt dat het forumkeuzebeding in de Sea Waybill condities voldoet aan de eisen die daaraan in de verordening worden gesteld, rust op grond van de hoofdregel van artikel 150 Rv op Seatrade als de partij die het rechtsgevolg van dat forumkeuzebeding inroept.
Seatrade verwijst naar de voettekst rechtsonder op de voorzijde van de Sea Waybill, waar het volgende staat vermeld:
“Received by the Carrier, as far as ascertained by reasonable means of checking, in
apparent good order and condition unless otherwise stated herein, the total number or
quantity of containers or other packages or units indicated herein. This non-negotiable
Waybill, issued instead of a Bill of Lading at the Merchant's request, is not a document of
title to the Goods. Otherwise the contract evidenced by this Waybill is deemed to be a
contract as defined in Article 1(b) of the Hague Rules. Carrier shall not be liable for
misdelivery, unless caused by Carrier's negligence in exercising reasonable endeavours to
deliver the Goods to the Consignee or his authorized representative. In accepting this Waybill, and/or taking delivery of the Goods, and notwithstanding the non-signing of this Waybill by the Merchant, the Merchant expressly accepts and agrees to all terms, conditions and exceptions of the Carrier’s Waybill, (printed or not on the reverse of this document at Merchant s option and available at Carrier’s website), as well as those printed, stamped or otherwise incorporated in this Waybill.”
Seatrade heeft geen, althans onvoldoende feiten en omstandigheden gesteld waaruit volgt dat de in artikel 25 lid 1 onder a Brussel I bis-Vo voor een geldige forumkeuze vereiste wilsovereenstemming tussen partijen is bereikt. Tussen partijen is niet in geschil dat de algemene voorwaarden niet aan Exobreizh daadwerkelijk ter hand zijn gesteld ten tijde van het overhandigen van de Sea Waybill. De achterzijde van de Sea Waybill is immers niet bedrukt. Een forumkeuzebeding voldoet in dat geval alleen aan de eisen van artikel 25 lid 1 onder a indien een (uitdrukkelijke) verwijzing naar die algemene voorwaarden door een partij bij betrachting van een normale zorgvuldigheid kan worden nagegaan, en indien vaststaat dat de algemene voorwaarden, met daarin het forumkeuzebeding, daadwerkelijk aan de andere contractpartij zijn meegedeeld (dit kan bijvoorbeeld ook door middel van een hyperlink naar de website waar de voorwaarden kunnen worden geraadpleegd). In de hiervoor geciteerde tekst op de voorzijde van de Sea Waybill wordt echter enkel vermeld dat de merchant (Exobreizh c.s.) akkoord gaat met ‘alle voorwaarden, bepalingen en uitzonderingen van de vrachtbrief’. Tussen haakjes staat vermeld dat deze beschikbaar zijn op de website van de vervoerder. Indien Exobreizh c.s. de website van Seatrade hadden bezocht, hadden zij daar naar het oordeel van de rechtbank niet uit moeten opmaken dat Seatrade de betreffende condities van toepassing wenste te verklaren. De rechtbank licht dit als volgt toe. Seatrade heeft aangevoerd dat op de pagina van haar website genaamd ‘Downloads’ meerdere documenten zijn in te zien. Volgens Seatrade gaat het om een document genaamd Seatrade Waybill Specimen (Seatrade Waybill exemplaar) onder het kopje “|Forms”|.
In de eerste plaats heeft Seatrade niet weersproken dat het gaat om 14 documenten verdeeld over 4 kopjes. Daarnaast geldt dat aan de naam niet is af te zien dat dit document algemene vervoersvoorwaarden bevat. Bij het openen van het document is een exemplaar te zien van de Sea Waybill, waarbij de voorzijde hetzelfde format heeft als de Sea Waybill in deze zaak en op de achterzijde staan de ‘Conditions of Carriage’ vermeld. Hieruit volgt echter niet dat deze condities op álle door Seatrade afgegeven Sea Waybills van toepassing zijn. Kennelijk werkt Seatrade (ook) met exemplaren van de Sea Waybill waarbij de condities op de achterzijde staan vermeld, maar dat was bij deze Sea Waybill niet het geval.
4.5.
Dat sprake is van een gebruikelijke handelwijze in een lopende handelsbetrekking tussen Seatrade en Exobreizh c.s. (artikel 25 lid 1 onder b Brussel I bis-Vo is niet door Seatrade gesteld. Seatrade heeft tijdens de mondelinge behandeling aangevoerd dat sprake is van een forumkeuzebeding in een vorm die overeenstemt met een gewoonte waarvan de partijen op de hoogte zijn of hadden behoren te zijn en die in de internationale handel algemeen bekend is en door partijen bij dergelijke overeenkomsten in de betrokken handelsbranche doorgaans in acht wordt genomen (zoals bedoeld in artikel 25 lid 1 onder c Brussel 1 bis-Vo). Van een internationaal opererende handelsonderneming zoals Exobreizh kan en mag volgens Seatrade worden verwacht, dat zij ervan op de hoogte is dat dit soort voetteksten op Sea Waybills verwijzingen naar algemene voorwaarden kunnen bevatten. Indien voor Exobreizh niet duidelijk was wat met de verwijzing wordt bedoeld, mag worden verwacht dat zij daarover opheldering vraagt aan Seatrade alvorens de lading in ontvangst te nemen. Seatrade verwijst in dat kader onder meer naar een uitspraak van de Hoge Raad van 2 februari 2001 (ECLI:NL:HR:2001:AA9767). De rechtbank gaat hier niet in mee. De door Seatrade aangehaalde rechtspraak gaat over een verwijzing in de voettekst naar algemene voorwaarden in een andere taal en over een Sea Waybill waarbij de achterzijde de condities vermeldt (zoals het exemplaar dat te downloaden is op de website van Seatrade). Zoals hiervoor geoordeeld, ontbreekt in dit geval een verwijzing naar de toepasselijke voorwaarden in het geheel laat staan naar een forumkeuze Dat dit in lijn is met een branchegebruik dat voldoet aan de eisen die artikel 25 lid 1 onder c Verordening Brussel I bis is verder niet, althans onvoldoende gemotiveerd door Seatrade onderbouwd.
4.6.
Gelet op het voorgaande oordeelt de rechtbank dat er tussen partijen geen forumkeuzebeding geldt in de zin van artikel 25 Verordening Brussel I bis.
4.7.
Nu Seatrade woonplaats heeft te Willemstad, Curaçao, geldt de Brussel I bis-Vo niet voor het toetsen van de bevoegdheid van deze rechtbank. De rechtsmacht dient te worden beoordeeld aan de hand van de bepalingen van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. In het geval Exobreizh c.s. zijn toegetreden tot de vervoerovereenkomst, zoals door Exobreizh c.s. gesteld en door Seatrade betwist, geldt dat deze rechtbank bevoegd is op grond van artikel 6 sub a Rv en artikel 629 Rv, omdat de goederen in Vlissingen dienden te worden afgeleverd (HvJEU 11 juli 2018 C-99/17). Voor zover Exobreizh c.s. niet zijn toegetreden en de vordering is gebaseerd op onrechtmatige daad, geldt dat de bevoegdheid volgt uit artikel 6 sub e Rv, omdat de plaats waar de schade is ingetreden dezelfde is als de plaats waar de goederen moesten worden afgeleverd, te weten Vlissingen (zie HvJEU EG 27 oktober 1998 C-51/97).
4.8.
Seatrade zal in de proceskosten van het incident worden veroordeeld, nu uit het voorgaande volgt dat zij in dit incident in het ongelijk is gesteld. De kosten aan de zijde van Exobreizh c.s. in het incident worden begroot op € 1.228,00 (2 punten x liquidatietarief II ad € 614,00) en nakosten € 178,00 plus de verhoging als het vonnis wordt betekend. In totaal komt dat neer op een bedrag van € 1.406,00.
Vervolg in de hoofdzaak
4.9.
De rechtbank zal de zaak naar de rolzitting van 5 maart 2025 verwijzen voor het nemen van conclusie van antwoord door Seatrade.
4.10.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

5.De beslissing

De rechtbank
in het incident
5.1.
wijst het gevorderde af;
5.2.
veroordeelt Seatrade in de (na)kosten van het incident, aan de zijde van Exobreizh c.s. tot op heden begroot op € 1.406,00, te betalen binnen 14 dagen na aanschrijving daartoe. Als Seatrade niet tijdig aan de veroordeling voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet zij € 92 extra aan nakosten betalen, plus de kosten van betekening;
5.3.
verklaart deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
in de hoofdzaak
5.4.
verwijst de zaak naar de rolzitting van 5 maart 2025 voor het nemen van een conclusie van antwoord;
5.5.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.C. Santema en ondertekend en in het openbaar uitgesproken door de rolrechter op 22 januari 2025.
3597/32