In deze zaak, die zich afspeelt voor de Rechtbank Rotterdam, betreft het een bevoegdheidsincident in het kader van een geschil over zeevervoer onder een Sea Waybill. De eiseressen, Exobreizh S.A.S., Miles Import S.A.S., Tokio Marine Europe SA, Helvetia Compagnie Suisse d'Assurances, SMA SA en SI Insurance (hierna gezamenlijk aangeduid als Exobreizh c.s.), hebben een vordering ingesteld tegen de gedaagde, Seatrade Group NV, die zich op onbevoegdheid beroept. De rechtbank heeft op 22 januari 2025 uitspraak gedaan in dit incident.
De eiseressen vorderen dat de rechtbank zich bevoegd verklaart om kennis te nemen van hun vordering, die is gebaseerd op een vervoerovereenkomst en onrechtmatige daad. De eiseressen stellen dat de goederen, die onder een Sea Waybill zijn vervoerd, niet in de juiste staat zijn afgeleverd, wat heeft geleid tot schade. Seatrade betwist de bevoegdheid van de rechtbank en stelt dat de eiseressen geen partij zijn bij de vervoerovereenkomst, omdat zij niet de boekende partij zijn en de Sea Waybill geen waardepapier is.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen geldig forumkeuzebeding is overeengekomen tussen partijen, omdat de verwijzing naar de algemene voorwaarden op de Sea Waybill niet voldoet aan de eisen van de Brussel I bis-Vo. De rechtbank oordeelt dat, indien de eiseressen zijn toegetreden tot de vervoerovereenkomst, de rechtbank bevoegd is op grond van de artikelen 6 sub a en 629 Rv, omdat de goederen in Vlissingen dienden te worden afgeleverd. De rechtbank heeft Seatrade in de proceskosten van het incident veroordeeld en de zaak naar de rolzitting van 5 maart 2025 verwezen voor het nemen van een conclusie van antwoord door Seatrade.