Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[klusbedrijf A],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 30 mei 2025 en de daarin genoemde processtukken;
- de nadere producties van [klusbedrijf A] van 26 juni 2025;
- de akte van Billink van 14 juli 2025;
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft Billink Financial Solutions B.V. een vordering ingesteld tegen klusbedrijf A, waarbij zij stelt dat klusbedrijf A een bedrag van € 2.614,- moet betalen voor drie benzine kettingzagen die via de webshop van Keizers.nu zijn besteld. Billink heeft deze vordering gebaseerd op twee facturen die op 10 januari 2024 zijn verzonden, maar volgens Billink zijn deze facturen tot op heden niet betaald. Klusbedrijf A betwist echter dat zij de bestelling heeft geplaatst en stelt dat haar gegevens mogelijk door een derde zijn misbruikt.
In een tussenvonnis van 30 mei 2025 heeft de kantonrechter geoordeeld dat Billink niet voldoende bewijs heeft geleverd om aan te tonen dat klusbedrijf A de producten heeft besteld en ontvangen. Billink kreeg de gelegenheid om haar stellingen te bewijzen, maar is hierin niet geslaagd. De werknemer die volgens Billink de bestelling zou hebben afgeleverd, is niet meer in dienst bij het bedrijf dat de levering heeft verzorgd, waardoor Billink niet in staat was om aanvullend bewijs te leveren.
Uiteindelijk heeft de kantonrechter geoordeeld dat niet is komen vast te staan dat er een koopovereenkomst is gesloten tussen Billink en klusbedrijf A, en dat de bestelde goederen niet zijn geleverd. De vordering van Billink is afgewezen, en Billink is veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan klusbedrijf A, die zijn begroot op € 50,-.