“• Bij betrokkene werd bij het bloedonderzoek THCCOOH aangetoond. Dit impliceert dat
betrokkene recent cannabis heeft gebruikt.
• Deze uitslag is niet in overeenstemming met de drugsanamnese. Deze discrepantie
tussen de uitslag van het bloedonderzoek en de drugsanamnese duidt zeer
waarschijnlijk op onderrapportage en is daarmee suspect voor een poging om het
gebruik van drugs te maskeren.
• Betrokkene was daarbij op de hoogte van het feit dat er een drugsonderzoek
ondergaan moest worden waarvan de consequentie kan zijn dat - bij aanwijzingen
voor drugsgebruik - het rijbewijs niet verkregen wordt. Desondanks was betrokkene
kennelijk toch niet in staat om zich met betrekking tot het drugsgebruik te beheersen.
Dit wijst op een vorm van persistentie en vormt een aanwijzing voor het
problematisch gebruik van drugs.
• Er is sprake van een discrepantie tussen de genoemde aanhoudingen enerzijds en de
algemene drugsanamnese anderzijds. Dat betrokkene binnen bij een relatief
sporadisch drugsgebruik meerdere keren onder invloed van drugs als bestuurder van
een motorvoertuig wordt aangehouden is niet aannemelijk, zeker ook indien daarbij
de betrekkelijk lage pakkans in aanmerking wordt genomen. Er is zeer waarschijnlijk
sprake van onderrapportage van het drugsgebruik.
• Betrokkene is aangehouden met drugs (uit de groep amfetamine- (achtigen)) in het
bloed, in een concentratie van meer dan 4 keer de in het verkeer toegestane waarde
(bij enkelvoudig gebruik). Deze waarde vormt een opvallende discrepantie met het
betrekkelijk normale gebruikspatroon dat betrokkene claimt. Het is dan ook niet
aannemelijk dat er bij een dergelijk gebruikspatroon zo ver wordt doorgeschoten.
Deze constatering is suspect voor onderrapportage van het gebruik van amfetamine-
(achtigen).
• Betrokkene betwist de door het CBR meegezonden informatie, meer in het bijzonder
het bestuurderschap. Het onderhavige onderzoek en de daaruit voortkomende
conclusies zijn echter gebaseerd op de aanname dat de door het CBR aangeleverde
informatie correct is. Mocht dit later onjuist blijken dan verneem ik dat t.z.t. graag van
u zodat ik mijn conclusies eventueel kan herzien.
• Behoudens de laatste aanhouding werd betrokkene vaker onder invloed van drugs als
bestuurder van een motorvoertuig aangehouden. Er is daarmee sprake van een
patroon waarbij betrokkene herhaaldelijk drugs gebruikte in situaties waarin dat
fysiek gevaarlijk was. Een dergelijk patroon is een aanwijzing voor het misbruik van
drugs (DSM-5 criterium A8).
Hoewel bovenstaande bevindingen afzonderlijk niet concludent hoeven te zijn, is juist de
combinatie suspect voor drugsproblematiek ten tijde van de laatste aanhouding. Zeker ook
indien deze worden bezien in het licht van de duidelijk verhoogde prevalentie van
stoornissen in het gebruik van drugs in de populatie die is aangehouden vanwege het
rijden onder invloed van drugs. Dit overwegende dient de psychiatrische diagnose
drugsmisbruik in de zin der wet te worden gesteld. Ik wil daarbij ook nadrukkelijk wijzen op
de strenge opstelling die van mij als keurend psychiater in deze wordt verwacht op basis
van de 'Regeling eisen geschiktheid 2000' aangaande de interpretatie van mijn
bevindingen.