In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam op 11 oktober 2024, in de zaak tussen de erven van [erflater] en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gorinchem, wordt het beroep van eiser behandeld wegens het niet tijdig beslissen op bezwaar en het beroep tegen de verleende omgevingsvergunning voor het bouwen van een woning op een perceel in Gorinchem. Eiser, vertegenwoordigd door mr. B. Benard, stelt dat verweerder te laat heeft beslist op zijn bezwaar tegen de omgevingsvergunning die op 16 maart 2022 was verleend. De rechtbank oordeelt dat het beroep wegens het niet tijdig beslissen op bezwaar gegrond is, omdat de beslistermijnen zijn overschreden. De rechtbank legt een dwangsom op van € 1.442,- aan verweerder voor het niet tijdig beslissen. Voor het overige wordt het beroep ongegrond verklaard, omdat de rechtbank van oordeel is dat verweerder in redelijkheid heeft kunnen afwijken van het advies van de Commissie voor de Bezwaarschriften en dat de belangen van eiser bij de beoordeling van de omgevingsvergunning voldoende zijn gewogen. De rechtbank concludeert dat de omgevingsvergunning niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en dat de privacy van eiser niet onevenredig wordt geschaad. De rechtbank veroordeelt verweerder tot betaling van proceskosten aan eiser en het vergoeden van het griffierecht.