Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 8 juli 2024, met bijlagen;
- het antwoord, met bijlagen;
- de akte verlaging van eis, met bijlage.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 9 oktober 2024 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiser] en Re-Flexx Services B.V. [eiser] vorderde loonbetaling tijdens ziekte, waarbij de werkgever, Re-Flexx, de arbeidsongeschiktheid betwistte. De hoofdregel van artikel 7:629a BW stelt dat een loonvordering tijdens ziekte kan worden afgewezen als er geen deskundigenverklaring van het UWV is. Echter, in kort geding procedures geldt een uitzondering op deze regel. De Hoge Raad heeft in een arrest van 14 september 2018 bepaald dat het aan de rechter is om te beoordelen of het overleggen van een deskundigenverklaring wenselijk is, afhankelijk van de omstandigheden van het geval. In deze zaak was de werkgever pas bij de conclusie van antwoord in het kort geding gaan betwisten, waardoor de kantonrechter oordeelde dat het niet nodig was om een deskundigenverklaring over te leggen. De kantonrechter wees de loonvordering van [eiser] op andere gronden af, maar kende wel de wettelijke rente over het te laat betaalde vakantiegeld toe. De kantonrechter oordeelde dat Re-Flexx terecht 90% van het loon had doorbetaald, conform de toepasselijke cao, en dat de vorderingen van [eiser] voor het overige werden afgewezen. [eiser] werd veroordeeld in de proceskosten, omdat hij overwegend in het ongelijk was gesteld. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.