ECLI:NL:RBROT:2024:9495

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
17 september 2024
Publicatiedatum
30 september 2024
Zaaknummer
11077093 VZ VERZ 24-4458
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van ontslag op staande voet tijdens ziekte en toewijzing van loon en wedertewerkstelling na overgang van onderneming

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 17 september 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen [verzoekster] en de bedrijven Acerchem B.V. en Ingredients4u B.V. [verzoekster] was in dienst bij Acerchem en werd op 7 maart 2024 op staande voet ontslagen, terwijl zij ziek was. De kantonrechter oordeelde dat het ontslag op staande voet onterecht was, omdat Acerchem geen rechtsgeldige reden had om het ontslag te rechtvaardigen. De rechter stelde vast dat [verzoekster] ziek was en dat er contact was geweest over haar afwezigheid. Bovendien bleek uit de stukken dat Acerchem per 30 april 2024 niet meer bestond en dat de activiteiten waren overgenomen door Ingredients4u, wat leidde tot een overgang van onderneming. Hierdoor bleef de arbeidsovereenkomst van [verzoekster] bestaan, maar nu met Ingredients4u.

De kantonrechter heeft vervolgens besloten dat Ingredients4u [verzoekster] weer moet toelaten tot haar werk, met een uiterste datum van 1 oktober 2024, en dat er een dwangsom van € 250,- per dag geldt als deze verplichting niet wordt nagekomen. Daarnaast werd Ingredients4u veroordeeld om het achterstallige loon van [verzoekster] te betalen, met wettelijke verhogingen en rente. De rechter oordeelde dat [verzoekster] recht had op een bruto/nettospecificatie van haar loon, en dat ook Acerchem hoofdelijk aansprakelijk bleef voor de verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst tot een jaar na de overgang van de onderneming. De proceskosten werden aan de zijde van [verzoekster] toegewezen, en de beschikking werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 11077093 VZ VERZ 24-4458
datum uitspraak: 17 september 2024
Beschikking van de kantonrechter
in de zaak van
[verzoekster],
woonplaats: Rotterdam,
verzoekster,
gemachtigde: mr. L.J.M. Weijenberg,
tegen

1.Acerchem B.V.,

vestigingsplaats: Breda,
vertegenwoordigd door: [persoon A] ,
2.
Ingredients4u B.V.,
vestigingsplaats: Rotterdam,
gemachtigde: mr. A. Birkhoff,
verweerders.
De partijen worden hierna ‘ [verzoekster] ’, ‘Acerchem’ en ‘Ingredients4u’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • het verzoekschrift van [verzoekster] , ontvangen op 1 mei 2024, met bijlagen;
  • de e-mails met bijlagen van 29 juli 2024 van de gemachtigde van Ingredients4u;
  • het proces-verbaal van de zitting op 30 juli 2024.
1.2.
De zaak is aangehouden op verzoek van partijen om hen de gelegenheid te geven hun geschil samen op te lossen. Zij zijn daarin niet geslaagd.

2.Het geschil

2.1.
[verzoekster] is op 23 mei 2022 voor de bepaalde tijd van drie jaar (tot 23 mei 2025) als [functie] (Europe) in dienst getreden van Acerchem. Acerchem heeft [verzoekster] op 7 maart 2024 op staande voet ontslagen. In een e-mail van die datum schrijft Acerchem aan [verzoekster] , voor zover nu van belang:
“Since February 9th, 2024, you have been absent from work without prior notice of any communication explaining the circumstances of your absence. Despite our attempts to reach out to you through emails, we have not received any response from you Furthermore, no work has been completed or tasks accomplished during this period.
As previously stated in our correspondence, Acerchem BV will be closing its operations. Unfortunately, due to your prolonged unexplained absence and lack of engagement with the company, we are left with no choice but to terminate your employment effective immediately.”
2.2.
[verzoekster] verzoekt:
1. een voorlopige voorziening te treffen;
primair
2. het ontslag op staande voet te vernietigen;
3. Acerchem en Ingredients4u hoofdelijk te veroordelen haar, zodra zij daartoe weer in staat is, toe te laten tot haar werk, met een dwangsom voor het geval Acerchem en Ingredients4u dit niet doen;
4. Acerchem en Ingredients4u hoofdelijk te veroordelen tot betaling van haar loon van € 2.450,00 bruto per maand zolang zij arbeidsongeschikt is en
€ 3.500,00 als zij volledig arbeidsgeschikt is, vanaf 1 februari 2024 tot het moment waarop de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig is geëindigd, met wettelijke verhoging en rente;
5. Acerchem en Ingredients4u er hoofdelijk toe te veroordelen haar een deugdelijke bruto/nettospecificatie te verstrekken van wat zij onder 4. vordert, met een dwangsom voor het geval zij dit niet doet;
Subsidiair, bij een rechtsgeldig einde van het dienstverband per 7 maart 2024
6. Acerchem en Ingredients4u hoofdelijk te veroordelen tot (betaling van):
a. een transitievergoeding van € 2.253,33 bruto;
b. een vergoeding voor onregelmatige opzegging van € 4.931,62 bruto;
c. een billijke vergoeding van € 47.230,- bruto;
d. het achterstallig loon van 1 februari 2024 tot en met 7 maart 2024;
e. het verstrekken van een deugdelijke bruto/nettospecificatie.
2.3.
Acerchem en Ingredients4u voeren verweer.
2.4.
Als dit voor de beoordeling van belang is, wordt hierna ingegaan op wat partijen (verder) naar voren brengen.

3.De beoordeling

voorlopige voorziening
3.1.
In deze beschikking wordt meteen een eindbeslissing gegeven. De voorlopige voorziening waar [verzoekster] om vraagt hoeft daarom niet besproken te worden.
overgang van onderneming
3.2.
[verzoekster] is in 2022 in dienst getreden bij Acerchem. Dit bedrijf bestaat echter sinds 30 april 2024 niet meer, zo blijkt uit het overgelegde uittreksel uit het Handelsregister van de Kamer van Koophandel. De kantonrechter is op grond van de stukken en op grond van wat daarover op de zitting is verklaard, van oordeel dat de activiteiten van Acerchem overgenomen zijn door Ingredients4u, dat met andere woorden sprake is van een overgang van onderneming. Tot dit oordeel leidt om te beginnen de als bijlage 5 bij het verzoekschrift gevoegde brief van Ingredients4u én Acerchem met als titel
“Letter of explanation for change of company account”. [verzoekster] heeft onweersproken gesteld dat deze brief aan de cliënten en relaties van Acerchem is verzonden. In deze brief staat dat Ingredients4u en Acerchem tot de Ingredients4u PTE-groep behoren en dat per 29 februari 2024 alle ‘funds’ voortaan overgemaakt moeten worden naar de bankrekening van Ingredients4u. Hier komt bij dat [persoon A] , bestuurder van zowel Acerchem als Ingredients4u op de zitting onvoldoende duidelijk heeft gemaakt wat nu precies het verschil tussen beide bedrijven is. Verschil in te verkopen producten is er volgens hem niet, het gaat volgens [persoon A] om de manier van zaken doen. Bij Ingredients4u wordt gebruik gemaakt van e-commerce, verkoop via een internetplatform, aldus [persoon A] . In reactie hierop heeft [verzoekster] ter zitting echter gezegd dat Acerchem ook al verkoop deed via een internetplatform met de naam www.ingredients.com. Dit heeft [persoon A] ook bevestigd. Verder heeft hij gezegd dat Acerchem is gesloten om verwarring bij de klanten te voorkomen. Beide ondernemingen hebben in de Kamer van Koophandel dezelfde SBI-code (46461) en omschrijven hun (hoofd)activiteit als respectievelijk ‘groothandel in farmaceutische producten/groothandel in gezondheidssupplementen’ en ‘groothandel in farmaceutische producten’. Hieruit volgt wel – en dit is ter zitting ook bevestigd – dat beide bedrijven zich bezig houden met de verkoop van precies dezelfde producten (voedingssupplementen), en zich richten op (grotendeels) dezelfde markt. Verder is de stelling in het verzoekschrift dat Ingredients4u (het overgrote deel van) de voorraad van Acerchem, inventaris en klantenbestand van Acerchem heeft overgenomen onvoldoende weersproken. Op het moment van de overgang was geen ander personeel in dienst behalve [verzoekster] (haar enige collega werkt sinds april 2024 niet meer voor Acerchem/Ingredients4u). Op basis van al het voorgaande concludeert de kantonrechter dan ook dat er sprake is van overgang van onderneming. Als het aan [verzoekster] gegeven ontslag kortom geen stand houdt en de arbeidsovereenkomst dus nog bestaat, dan heeft zij die arbeidsovereenkomst door de overgang van onderneming inmiddels met Ingredients4u.
ontslag op staande voet
3.3.
De kantonrechter vernietigt het ontslag op staande voet. Acerchem verwijt [verzoekster] in de ontslagbrief van 7 maart 2024 dat zij sinds 9 februari 2024 zonder bericht weggebleven is van haar werk, maar dit verwijt is onterecht. [verzoekster] was ziek en heeft daar wel degelijk contact over onderhouden met Acerchem. Dit heeft zij onderbouwd aan de hand van diverse schriftelijke stukken. Acerchem heeft overigens ook geen bedrijfsarts ingeschakeld in verband met de ziekmelding van [verzoekster] . De tweede reden in de ontslagbrief, dat Acerchem
‘will be closing its operations’, is evenmin een gegronde reden voor ontslag op staande voet. Acerchem had kortom geen rechtsgeldige reden om [verzoekster] op staande voet te ontslaan.
wedertewerkstelling
3.4.
Het ontslag op staande voet wordt vernietigd en [verzoekster] is dus nog in dienst als gevolg van overgang van onderneming, zoals onder 3.2. overwogen, bij Ingredients4u. Ingredients4u wordt, zoals [verzoekster] vraagt, veroordeeld [verzoekster] weer toe te laten tot haar werk. Omdat de bestuurder van Ingredients4u niet in Nederland zit, wordt de termijn voor tewerkstelling gesteld op uiterlijk 1 oktober 2024. Voldoet Ingredients4u niet aan deze veroordeling, dan moet zij een dwangsom betalen. De kantonrechter ziet aanleiding om de gevraagde dwangsom te matigen tot € 250,- voor iedere dag dat zij dit niet doet, met een maximum van € 10.000,-.
loon, rente en wettelijke verhoging
3.5.
[verzoekster] heeft sinds 1 februari 2024 geen loon meer gekregen. Ingredients4u wordt ertoe veroordeeld dit loon alsnog aan haar te betalen, € 2.450,00 bruto per maand tijdens de ziekte van [verzoekster] , € 3.500,00 bruto per maand over de tijd dat [verzoekster] weer arbeidsgeschikt is. [verzoekster] heeft ter zitting verklaard dat zij inmiddels weer beter is. Aangezien niet gesteld of gebleken is dat [verzoekster] zich per een eerdere datum heeft hersteldgemeld, zal de kantonrechter de datum van de zitting aanhouden als datum hersteldmelding. Vanaf die datum, 30 juli 2024, is weer 100% van het loon verschuldigd. De rente die [verzoekster] vraagt over haar achterstallig loon is ook toewijsbaar en dit geldt ook voor de wettelijke verhoging van 50%. Voor matiging van dit percentage is geen aanleiding. [verzoekster] had niet op staande voet ontslagen mogen worden. Zij had haar loon moeten krijgen. Ingredients4u vraagt overigens ook niet om matiging van de wettelijke verhoging.
loonspecificatie
3.6.
Ingredients4u moet [verzoekster] een bruto/nettospecificatie verstrekken van wat zij op grond van wat hierover onder 3.5. overwogen is aan [verzoekster] moet betalen, uiterlijk op 1 november 2024. Doet zij dit niet, dan moet Ingredients4u een dwangsom betalen. De kantonrechter ziet aanleiding om de gevraagde dwangsom te matigen tot € 100,- voor iedere dag dat zij dit niet doet, met een maximum van € 2.500,-.
tot slot
3.7.
Omdat de primaire verzoeken van [verzoekster] worden toegewezen, hoeven haar subsidiaire verzoeken niet besproken te worden.
3.8.
Acerchem is op grond van artikel 7:663 Burgerlijk Wetboek nog een jaar na de overgang van de onderneming hoofdelijk verbonden voor nakoming van verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst, ontstaan vóór het tijdstip van overgang. Hoewel Acerchem niet meer bestaat, bestaat nog de mogelijkheid om heropening van de vereffening van een ontbonden vennootschap te verzoeken bij de rechtbank. Daarom zal de kantonrechter Acerchem ook hoofdelijk veroordelen in deze zaak, voor wat betreft het recht op loon van [verzoekster] , vermeerderd met wettelijke verhoging en wettelijke rente, in de periode tot 30 april 2024 (de datum waarop Acerchem in de Kamer van Koophandel is uitgeschreven).
3.9.
Acerchem en Ingredients4u krijgen ongelijk en moeten daarom de proceskosten betalen. Die kosten bestaan aan de kant van [verzoekster] uit € 87,- aan griffierecht, € 793,- aan salaris voor haar gemachtigde van € 135,- aan nakosten. Dit is bij elkaar € 1.015,-. Hier kan nog een bedrag bijkomen als deze beschikking door een deurwaarder uitgereikt moet worden.
3.10.
Deze beschikking wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dit betekent dat als deze zaak aan een hogere rechter wordt voorgelegd, in afwachting van de uitspraak van die hogere rechter afgedwongen kan worden dat aan de veroordelingen in deze beschikking wordt voldaan.

4.De beslissing

De kantonrechter:
4.1.
vernietigt het ontslag op staande voet en veroordeelt Ingredients4u om [verzoekster] toe te laten tot haar werk als [functie] (Europe), uiterlijk op 1 oktober 2024, op straffe van een dwangsom van € 250,- voor iedere dag dat Ingredients4u dit niet doet, met een maximum van € 10.000,-;
4.2.
veroordeelt Acerchem en Ingredients4u hoofdelijk aan [verzoekster] haar loon van € 2.450,- bruto per maand te betalen over de periode van 1 februari 2024 tot en met 30 april 2024, met wettelijke verhoging als bedoeld in artikel 7:625 Burgerlijk Wetboek van 50% en wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 Burgerlijk Wetboek. De wettelijke rente is verschuldigd steeds vanaf het opeisbaar worden van iedere loontermijn, tot het moment waarop dit bedrag daadwerkelijk wordt betaald;
4.3.
veroordeelt Ingredients4u aan [verzoekster] haar loon te betalen, vanaf 1 mei 2024 tot het moment waarop rechtsgeldig een einde aan de arbeidsovereenkomst is gekomen, ter hoogte van € 2.450,- bruto per maand vanaf 1 mei 2024 tot en met 29 juli 2024 en € 3.500,- bruto per maand vanaf 30 juli 2024, met wettelijke verhoging als bedoeld in artikel 7:625 Burgerlijk Wetboek van 50% en wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 Burgerlijk Wetboek. De wettelijke rente is verschuldigd steeds vanaf het opeisbaar worden van iedere loontermijn, tot het moment waarop dit bedrag daadwerkelijk wordt betaald;
4.4.
veroordeelt Ingredients4u [verzoekster] een bruto/nettospecificatie te verstrekken van wat zij op grond van de veroordelingen onder 4.2. en 4.3. aan [verzoekster] (na) moet betalen, uiterlijk op 1 november 2024, met een dwangsom van € 100,- voor iedere dag dat zij dit niet doet, met een maximum van € 2.500,-;
4.5.
veroordeelt Acerchem en Ingredients4u hoofdelijk in de proceskosten, aan de kant van [verzoekster] vastgesteld op € 1.015,-;
4.65.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad en wijst wat meer of anders is verzocht af.
Deze beschikking is gegeven door mr. C.J. Frikkee en in het openbaar uitgesproken.
686