In deze zaak heeft eiser een koopovereenkomst gesloten met gedaagden voor de aankoop van een stuk bouwgrond van 464 m2. Bij levering bleek de werkelijke oppervlakte echter slechts 445 m2 te zijn. Eiser vordert dat gedaagden de ontbrekende m2 alsnog leveren of, indien dat niet mogelijk is, een schadevergoeding van €9.500,- voor de niet geleverde grond en €10.406,- voor de waardevermindering van zijn woning door het ontbreken van avondzon in de achtertuin. Gedaagden hebben zich verzet tegen de vordering, maar hebben ook aangegeven bereid te zijn om €9.500,- te betalen voor de niet geleverde grond, mits de erfgrens door het kadaster wordt vastgesteld.
De kantonrechter heeft de vordering tot nakoming van de overeenkomst afgewezen, omdat gedaagden niet in staat zijn om de ontbrekende grond te leveren. Wel is de schadevergoeding van €9.500,- toegewezen, omdat gedaagden tekort zijn geschoten in de nakoming van de overeenkomst. De kantonrechter oordeelt dat gedaagden zich niet kunnen beroepen op schending van de klachtplicht, omdat zij op de hoogte waren van de kleinere oppervlakte van het perceel en dit niet aan eiser hebben medegedeeld. De kantonrechter heeft ook geoordeeld dat gedaagden geen beroep kunnen doen op de leveringsakte, omdat zij bekend waren met het feit dat de oppervlakte kleiner was dan in de akte vermeld.
Daarnaast heeft de kantonrechter de vordering van eiser voor de waardevermindering van zijn woning afgewezen, omdat eiser niet voldoende bewijs heeft geleverd dat de waardevermindering daadwerkelijk het gevolg is van het ontbreken van avondzon. Gedaagden worden hoofdelijk veroordeeld tot betaling van de schadevergoeding en de proceskosten, die in totaal zijn begroot op €2.332,10. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.