ECLI:NL:RBROT:2024:9184

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
17 september 2024
Publicatiedatum
19 september 2024
Zaaknummer
83-300427-21
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bewezenverklaring van gewoontewitwassen en valsheid in geschrift met procesafspraken

Op 17 september 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van gewoontewitwassen en valsheid in geschrift. De verdachte, bijgestaan door haar raadsman mr. C.A. van Biljouw, had procesafspraken gemaakt met het Openbaar Ministerie, waarbij zij afstand deed van bewijsverweren en instemde met een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. De rechtbank oordeelde dat de verdachte vrijwillig en met voldoende informatie had ingestemd met deze afspraken. De bewezen feiten omvatten het witwassen van aanzienlijke geldbedragen en het opmaken van valse documenten, waaronder facturen en arbeidsovereenkomsten, in de periode van 1 januari 2017 tot en met 1 december 2021. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten, waarbij de verdachte gemeenschapsgeld had misbruikt dat bedoeld was voor zorgverlening. De opgelegde straf was in lijn met de procesafspraken en de rechtbank oordeelde dat de verdachte strafbaar was. De uitspraak bevatte ook bepalingen over de teruggave van in beslag genomen voorwerpen en de voorwaarden voor de voorwaardelijke straf.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 83-300427-21
Datum uitspraak: 17 september 2024
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres],
raadsman mr. C.A. van Biljouw, advocaat te Breukelen.

1.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

2.Procesafspraken

Het openbaar ministerie en de verdachte, bijgestaan door haar raadsman, hebben een overeenkomst gesloten waarbij procesafspraken zijn gemaakt over de afdoening van deze strafzaak. De afspraken zijn schriftelijk vastgelegd en ondertekend op 25 maart 2024. De procesafspraken behelzen voor zover relevant het volgende:
De verdachte is aanwezig bij de mondelinge behandeling;
De verdachte hoeft geen (nadere) verklaring af te leggen;
De verdediging voert geen bewijsverweren en doet - voor zover relevant - afstand van alle onderzoekswensen;
De officier van justitie eist voor de tenlastegelegde feiten een gevangenisstraf voor de duur van achttien maanden, waarvan twaalf maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren, en een werkstraf van 240 uur;
Aan de voorwaardelijke straf wordt de bijzondere voorwaarde verbonden dat de verdachte gedurende de proeftijd volledige medewerking verleent aan alle (ten minste twee) onaangekondigde en aangekondigde controles van toezichthouders in het zorgdomein en van de Belastingdienst. Daarbij zal de verdachte ook voldoen aan de administratieverplichting zoals die volgt uit het Burgerlijk Wetboek boek 2 en de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen;
De verdachte verzet zich niet tegen niet-geanonimiseerde publicatie van het vonnis en de rechtbank wordt verzocht het openbaar ministerie toestemming te verlenen om het niet geanonimiseerde vonnis actief te delen met toezichthouders in het zorgdomein;
De verdachte onttrekt zich niet aan de tenuitvoerlegging van de opgelegde straf;
Indien de strafoplegging door de rechtbank conform deze overeenkomst plaatsvindt, zien beide partijen af van hoger beroep.

3.Eis van de officier van justitie

De officier van justitie mr. I. Hoek heeft in lijn met de gemaakte procesafspraken gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 12 voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar, alsmede een taakstraf voor de duur van 240 uren en als bijzondere voorwaarde meewerken aan controles door toezichthouders in het zorgdomein en voldoen aan de administratieplicht bij door/namens haar te voeren eenmanszaak/vennootschap;
  • openbaarmaking van het niet-geanonimiseerde vonnis door toezending ervan aan toezichthouders in het zorgdomein.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Beoordeling van de procesafspraken
De verdachte heeft ter terechtzitting bevestigd dat zij de procesafspraken heeft gelezen en ondertekend, Zij heeft verklaard dat zij de procesafspraken heeft besproken met haar raadsman, dat zij goed begrijpt wat de procesafspraken inhouden en wat de gevolgen voor haar zijn.
De rechtbank is mede op grond van de bespreking ter zitting van oordeel dat de verdachte vrijwillig, op basis van voldoende en duidelijke informatie en terwijl zij zich bewust was van de rechtsgevolgen, is gekomen tot de ondubbelzinnige beslissing om mee te werken aan het afdoeningsvoorstel en de daarmee gepaard gaande afstand van verdedigingsrechten (HR 27 september 2022, ECLI:NL:HR:2022:1252). Ook overigens is sprake van een eerlijk proces en is voldaan aan de eisen die artikel 6 EVRM stelt.
4.2.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
Nu de verdediging geen verweer heeft gevoerd ten aanzien van het bewijs en de tenlastelegging steun vindt in de bewijsmiddelen in het dossier, zullen deze feiten zonder nadere motivering bewezen worden verklaard.

5.Bewezenverklaring

Wettig en overtuigend is bewezen dat de verdachte de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1
zij,
handelend onder de naam [handelsnaam 1] en/of [handelsnaam 2], op
tijdstippen, in de periode van 1 januari 2017 tot en met 1 december
2021, in Nederland,
tezamen en in vereniging met anderen,
meermalen,
van voorwerpen, te weten geldbedragen van in
totaal EUR
861.466,43(AMB-013-01)
waaronder:
- een contant geldbedrag van EUR 84.703,09 (AMB-004-03 en/of AMB-005-04
en/of AMB-007-01) en- een contant geldbedrag van EUR 83.950,00 (AMB-004-01) en
- een contant geldbedrag van EUR
39.725,01(AMB-003-03 en/of AMB-005-04
en/of AMB-007-01) en
- een contant geldbedrag van EUR
56.196,01(AMB-003-03 en/of AMB-005-04
en/of AMB-007-01) en
- een contant geldbedrag van EUR 28.256,86 (AMB-003-03) en
- een contant geldbedrag van EUR 62.339,21 (AMB-005-04) en
- een contant geldbedrag van EUR 6.296,30 (AMB-003-03 en/of AMB-007-01),
heeft verworven en voorhanden heeft gehad en heeft
overgedragen en heeft omgezet, en daarvan gebruik heeft
gemaakt, terwijl zij, verdachte, en/of haar mededaders wisten dat die voorwerpen,
contante geldbedragen - middellijk - afkomstig waren uit enig
misdrijf, terwijl zij, verdachte, en haar mededaders, van het plegen van witwassen een
gewoonte heeft gemaakt;
2
zij,
handelend onder de naam [handelsnaam 1] en/of [handelsnaam 2], op
tijdstippen in de periode van 1 januari 2017 tot en met 1 december
2021, in Nederland,
tezamen en in vereniging met anderen,
meermalen,
geschriften die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te
dienen, valselijk heeft opgemaakt en heeft vervalst, en valselijk heeft doen
en/of laten opmaken en doen en/of laten vervalsen door een ander, te
weten:
A. facturen, telkens op naam van [handelsnaam 1] en/of [handelsnaam 2]
, met betrekking tot de door haar, verdachte, geleverde zorg aan de cliënten
[naam 1] en [naam 2] en [naam 3] en [naam 4] en [naam 5] (DOC-025-02 t/m
DOC-025-14) en
B. facturen, telkens op naam van [handelsnaam 2], met betrekking tot de
geleverde zorg aan cliënt [naam 6] (DOC-025-17 t/m DOC-025-21 en DOC-014-01)
en
C. arbeidsovereenkomsten met betrekking tot de
dienstverbanden van [naam 7] (DOC-026-01) en [naam 8] (DOC-026-04) en
[naam 9] (DOC-026-06) en
D. loonstroken met betrekking tot de dienstverbanden van
[naam 7] (DOC-026-03) en [naam 8] (DOC-026-05) en [naam 9]
(DOC-026-08) en [naam 13] (DOC-026-10) en
E. werkgeversverklaringen met betrekking tot de
dienstverbanden van [naam 7] (DOC-026-02) en [naam 9] (DOC-026-07)
en [naam 13] (DOC-026-09) en [naam 10] (DOC-029-04) en
F. geregistreerde werkuren van de werknemers [naam 11] en
[naam 12],
bestaande die valsheid hierin dat - zakelijk weergegeven - telkens valselijk en in
strijd met de waarheid, op/in:
- de onder A bovengenoemde geschriften werkzaamheden waren vermeld, die
in werkelijkheid niet en/of niet in die omvang waren verricht door haar, verdachte,
in elk geval niet voor zulke bedragen hadden plaatsgevonden en
- de onder B bovengenoemde geschriftenwerkzaamheden waren vermeld, die
in werkelijkheid niet en/of niet in die omvang waren verricht, in elk geval niet voor
zulke bedragen hadden plaatsgevonden en
- de onder C en D en E bovengenoemde geschriften is geschreven en/of
is opgenomen dat [naam 7] en [naam 9] en [naam 8] en [naam 13] een
dienstverband hebben bij [handelsnaam 1] en/of [handelsnaam 2] zulks terwijl in
werkelijkheid geen sprake is geweest van enig dienstverband en
- de onder F bovengenoemde urenregistratie is opgenomen dat [naam 11] en [naam 14]
zorg hebben verleend, die in werkelijkheid niet en/of niet in die
omvang waren verricht,
zulks telkens met het oogmerk om die geschriften als echt en onvervalst te
gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
3.
zij,
handelend onder de naam [handelsnaam 1] en/of [handelsnaam 2], op
tijdstippen, in de periode van 1 januari 2017 tot en met 1 december
2021, in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander,
meermalen,
haar bedrijfsadministratie, zijnde een samenstel van geschriften die bestemd
waren om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt en
heeft vervalst, en valselijk heeft doen en/of laten opmaken en doen en/of
laten vervalsen door een ander, door in haar administratie een of meerdere
valse of vervalste facturen en arbeidsovereenkomsten en
loonstroken en werkgeversverklaringen en urenregistraties op te
nemen en te verwerken, te weten:
A. facturen, telkens op naam van [handelsnaam 1] en/of [handelsnaam 2], met betrekking tot de door haar, verdachte, geleverde zorg aan de cliënten
[naam 1] en [naam 2] en [naam 3] en [naam 4] en [naam 5] (DOC-025-02 t/m
DOC-025-14) en
B. facturen, telkens) op naam van [handelsnaam 2], met betrekking tot de
geleverde zorg aan cliënt [naam 6] (DOC-025-17 t/m DOC-025-21 en DOC-014-01)
en
C. arbeidsovereenkomsten met betrekking tot de
dienstverbanden van [naam 7] (DOC-026-01) en [naam 8] (DOC-026-04) en
[naam 9] (DOC-026-06) en
D. loonstroken met betrekking tot de dienstverbanden van
[naam 7] (DOC-026-03) en [naam 8] (DOC-026-05) en [naam 9]
(DOC-026-08) en [naam 13] (DOC-026-10) en
E. werkgeversverklaringen met betrekking tot de
dienstverbanden van [naam 7] (DOC-026-02) en [naam 9] (DOC-026-07)
en [naam 13] (DOC-026-09) en
F. geregistreerde werkuren van de werknemers [naam 11] en
[naam 12],
bestaande die valsheid hierin dat - zakelijk weergegeven - telkens valselijk en in
strijd met de waarheid, op/in:
- de onder A bovengenoemde geschriftenwerkzaamheden waren vermeld, die
in werkelijkheid niet en/of niet in die omvang waren verricht door haar, verdachte,
in elk geval niet voor zulke bedragen hadden plaatsgevonden en
- de onder B bovengenoemde geschriften werkzaamheden waren vermeld, die
in werkelijkheid niet en/of niet in die omvang waren verricht, in elk geval niet voor
zulke bedragen hadden plaatsgevonden en
- de onder C en D en E bovengenoemde geschriften is geschreven en/of
is opgenomen dat [naam 7] en [naam 9] en [naam 8] en [naam 13] een
dienstverband hebben bij [handelsnaam 1] en/of [handelsnaam 2] zulks terwijl in
werkelijkheid geen sprake is geweest van enig dienstverband en
- de onder F bovengenoemde urenregistratie is opgenomen dat [naam 11] en [naam 14]
zorg hebben verleend, die in werkelijkheid niet en/of niet in die
omvang waren verricht,
zulks telkens met het oogmerk om die geschriften als echt en onvervalst te
gebruiken of door anderen te doen gebruiken.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
De overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan is gegrond op de redengevende inhoud van het voorgaande en op de inhoud van de wettige bewijsmiddelen, houdende tot bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Het vonnis zal in die gevallen waarin de wet dit vereist worden aangevuld met een later bij dit vonnis te voegen bijlage met daarin de inhoud dan wel de opgave van de bewijsmiddelen.

6.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
1.
medeplegen van een gewoonte maken van witwassen;
2.
medeplegen van valsheid in geschrift, meermalen gepleegd;
3.
medeplegen van valsheid in geschrift, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

7.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

8.Motivering straf

8.1.
Algemeen
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder dit feit is begaan, alsmede de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.
8.2.
Feiten waarop de straffen zijn gebaseerd
De verdachte heeft samen met anderen gedurende een periode van vijf jaar fraude gepleegd en grote sommen geld witgewassen door op structurele wijze zorguren te declareren die in werkelijkheid niet geleverd waren. Zij heeft met dat doel samen met anderen valse loonstroken, urenregistraties, zorgfacturen en arbeidsovereenkomsten opgemaakt. Een groot deel van de opbrengst van de onterecht gedeclareerde zorguren heeft de verdachte besteed aan luxegoederen.
Het is zeer kwalijk dat de verdachte op deze manier is omgesprongen met gemeenschapsgeld dat is bedoeld voor mensen die zorg nodig hebben. Witwassen tast bovendien de integriteit van het financiële en economische verkeer aan en vormt daarmee een ernstige bedreiging voor de legale economie. Het voorhanden hebben en gebruiken van (luxe)goederen, aangeschaft met geld afkomstig uit misdrijf, wekt naar de samenleving de indruk dat misdaad loont en is ook daarom zeer laakbaar.
8.3.
Persoonlijke omstandigheden
De rechtbank heeft een uittreksel gezien uit het justitieel documentatieregister gedateerd 6 augustus 2024 waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld in verband met soortgelijke feiten.
8.4.
Conclusies van de rechtbank
Gezien de ernst van de feiten kan daarop niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank gelet op de straffen die in min of meer vergelijkbare zaken zijn opgelegd. Ook heeft de rechtbank de procesafspraken in aanmerking genomen die de officier van justitie en de verdediging hebben gemaakt.
De in de procesafspraken overeengekomen straffen doen in voldoende mate recht aan de ernst van de misdrijven en zijn, mede gelet op de omstandigheid dat is gekozen voor het maken van procesafspraken, redelijke straffen in deze zaak voor deze verdachte. De tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, zal in mindering worden gebracht op de op te leggen gevangenisstraf.
Alles afwegend acht de rechtbank de door de officieren van justitie geëiste straffen passend en geboden.
8.5.
Publiceren van het vonnis
Uit het dossier blijkt dat het Openbaar Ministerie en de verdachte onder andere zijn overeengekomen dat de verdachte zich niet zal verzetten tegen het niet geanonimiseerd publiceren van het vonnis. De rechtbank merkt hierover op dat vonnissen (ter bescherming van de privacy van de verdachte en derden) doorgaans alleen geanonimiseerd worden gepubliceerd. Gelet op de reikwijdte van artikel 339 van het Wetboek van Strafrecht (Sr) in heeft de rechtbank in deze strafzaak geen mogelijkheid om te beslissen tot (ongeanonimiseerde) openbaarmaking van haar uitspraak. Ter nakoming van hun afspraak kunnen partijen zich via het e-mailadres communicatierotterdam@rechtspraak.nl richten tot de Afdeling communicatie van de rechtbank Rotterdam met een gezamenlijk verzoek tot het niet-geanonimiseerd publiceren van het vonnis.

9.In beslag genomen voorwerpen

De rechtbank is van oordeel dat de onder de verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen conform de procesafspraken verbeurd dienen te worden verklaard. Dat betekent dat de voorwerpen 11, 17, 18, 24 tot en met 29, 31, 39, 43 tot en met 47, 49 tot en met 52, 57, 60, 63 en 68 op de beslaglijst verbeurd worden verklaard omdat de feiten met betrekking tot deze voorwerpen zijn begaan.
Met betrekking tot de voorwerpen 8, 19 tot en met 23, 30, 32 tot en met 38, 40 tot en met 42 en 69, zal een last tot teruggave worden gegeven.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 33, 47, 57, 225 en 420ter Sr.

11.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

12.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van achttien (18) maanden;
bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot
twaalf (12) maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op 2 jaren;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft;
stelt als algemene voorwaarde:
de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
stelt als bijzondere voorwaarde:
de veroordeelde verleent gedurende de proeftijd volledige medewerking aan alle (ten minste twee) onaangekondigde en aangekondigde controles van toezichthouders in het zorgdomein en van de Belastingdienst. Daarbij zal de veroordeelde ook voldoen aan de administratieverplichting zoals die volgt uit het Burgerlijk Wetboek boek 2 en de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
veroordeelt de verdachte tot een
taakstraf voor de duur van tweehonderd en veertig (240) uren, waarbij Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
honderd en twintig (120) dagen;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
verklaart verbeurd als bijkomende straf:
de voorwerpen 11, 17, 18, 24 tot en met 29, 31, 43 tot en met 47, 49 tot en met 52, 57, 60, 63 en 68 zoals vermeld op de beslaglijst;
gelast de teruggave aan de verdachte:
van de voorwerpen 8, 19 tot en met 23, 30, 32 tot en met 38 en 40 tot en met 42, zoals vermeld op de beslaglijst.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.M. Havik, voorzitter,
en mrs. J.J. Klomp en H.J. de Kraker, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. H.P. Eekhout, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op 17 september 2024.
De oudste rechter en de jongste rechter zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1
zij,
handelend onder de naam [handelsnaam 1] en/of [handelsnaam 2], op één of meer
tijdstip(pen), in of omstreeks de periode van 1 januari 2017 tot en met 1 december
2021, te Almere en/of elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
meermalen, althans eenmaal,
(telkens) (van) één of meer voorwerp(en), te weten (een) geldbedrag(en) van (in
totaal) EUR 916.829,82 (AMB-032-01), althans EUR 890.205,20 (AMB-013-01)
waaronder:
- ( een)(contant) geldbedrag(en) van EUR 84.703,09 (AMB-004-03 en/of AMB-005-04
en/of AMB-007-01) en/of
- ( een)(contant) geldbedrag(en) van EUR 83.950,00 (AMB-004-01) en/of
- ( een)(contant) geldbedrag(en) van EUR 43.615,01 (AMB-003-03 en/of AMB-005-04
en/of AMB-007-01) en/of
- ( een)(contant) geldbedrag(en) van EUR 81.044,78 (AMB-003-03 en/of AMB-005-04
en/of AMB-007-01) en/of
- ( een)(contant) geldbedrag(en) van EUR 28.256,86 (AMB-003-03) en/of
- ( een)(contant) geldbedrag(en) van EUR 62.339,21 (AMB-005-04) en/of
- ( een)(contant) geldbedrag(en) van EUR 6.296,30 (AMB-003-03 en/of AMB-007-01),
althans (een) of meer (ander) (contant gestort(e)) geldbedrag(en),
de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding
en/of de verplaatsing heeft/hebben verborgen en/of heeft/hebben verhuld, dan wel
heeft/hebben verborgen en/of heeft/hebben verhuld wie de rechthebbende(n) op
dat/die geldbedrag(en) is/zijn, en/of heeft/hebben verborgen en/of heeft/hebben
verhuld wie dat/die geldbedrag(en) voorhanden had(den),
en/of genoemde (contante) geldbedrag(en),
heeft/hebben verworven en/of voorhanden heeft/hebben gehad en/of heeft
overgedragen en/of heeft/hebben omgezet, en/of daarvan gebruik heeft/hebben
gemaakt,
terwijl zij, verdachte, en/of haar mededader(s) wist(en) dat dat/die voorwerp(en),
(contante) geldbedragen - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig
misdrijf,
terwijl zij, verdachte, en haar mededader(s), van het plegen van witwassen een
gewoonte heeft/hebben gemaakt;
2
zij,
handelend onder de naam [handelsnaam 1] en/of [handelsnaam 2], op één of meer
tijdstip(pen), in of omstreeks de periode van 1 januari 2017 tot en met 1 december
2021, te Almere en/of elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
meermalen, althans eenmaal,
een of meer geschrift(en) die bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te
dienen, valselijk heeft opgemaakt en/of heeft vervalst, en/of valselijk heeft doen
en/of laten opmaken en/of doen en/of laten vervalsen door (een) ander(en), te
weten:
A. één of meer factu(u)r(en), (telkens) op naam van [handelsnaam 1] en/of [handelsnaam 2]
, met betrekking tot de door haar, verdachte, geleverde zorg aan (de) cliënt(en)
[naam 1] en/of [naam 2] en/of [naam 3] en/of [naam 4] en/of [naam 5] (DOC-025-02 t/m
DOC-025-14) en/of
B. één of meer factu(u)r(en), (telkens) op naam van [handelsnaam 2], met betrekking tot de
geleverde zorg aan cliënt [naam 6] (DOC-025-17 t/m DOC-025-21 en DOC-014-01)
en/of
C. één of meer arbeidsovereenkomst(en) met betrekking tot de/het
dienstverband(en) van [naam 7] (DOC-026-01) en/of [naam 8] (DOC-026-04) en/of
[naam 9] (DOC-026-06) en/of
D. één of meer loonstro(o)k(en) met betrekking tot de/het dienstverband(en) van
[naam 7] (DOC-026-03) en/of [naam 8] (DOC-026-05) en/of [naam 9]
(DOC-026-08) en/of [naam 13] (DOC-026-10) en/of
E. één of meer werkgeversverklaring(en) met betrekking tot de/het
dienstverband(en) van [naam 7] (DOC-026-02) en/of [naam 9] (DOC-026-07)
en/of [naam 13] (DOC-026-09) en/of [naam 10] (DOC-029-04) en/of
F. één of meer geregistreerd(e) (werk)u(u)r(en) van de werknemer(s) [naam 11] en/of
[naam 12],
bestaande die valsheid hierin dat - zakelijk weergegeven - (telkens) valselijk en in
strijd met de waarheid, op/in:
- de/het onder A bovengenoemde geschrift(en) werkzaamheden waren vermeld, die
in werkelijkheid niet en/of niet in die omvang waren verricht door haar, verdachte,
in elk geval niet voor zulk(e) (een) bedrag(en) had(den) plaatsgevonden en/of
- de/het onder B bovengenoemde geschrift(en) werkzaamheden waren vermeld, die
in werkelijkheid niet en/of niet in die omvang waren verricht, in elk geval niet voor
zulk(e) (een) bedrag(en) had(den) plaatsgevonden en/of
- de/het onder C en/of D en/of E bovengenoemde geschrift(en) is geschreven en/of
is opgenomen dat [naam 7] en/of [naam 9] en/of [naam 8] en/of [naam 13] een
dienstverband heeft/hebben bij [handelsnaam 1] en/of [handelsnaam 2] zulks terwijl in
werkelijkheid geen sprake is geweest van enig dienstverband en/of
- de onder F bovengenoemde urenregistratie is opgenomen dat [naam 11] en/of [naam 14]
zorg heeft/hebben verleend, die in werkelijkheid niet en/of niet in die
omvang waren verricht,
zulks (telkens) met het oogmerk om dat/die geschrift(en) als echt en onvervalst te
gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
3.
zij,
handelend onder de naam [handelsnaam 1] en/of [handelsnaam 2], op één of meer
tijdstip(pen), in of omstreeks de periode van 1 januari 2017 tot en met 1 december
2021, te Almere en/of elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
meermalen, althans eenmaal,
haar (bedrijfs)administratie, zijnde een (samenstel van) geschrift(en) die bestemd
was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt en/of
heeft vervalst, en/of valselijk heeft doen en/of laten opmaken en/of doen en/of
laten vervalsen door (een) ander(en), door in haar administratie een of meerdere
valse of vervalste factu(u)r(en) en/of arbeidsovereenkomst(en) en/of
loonstro(o)k(en) en/of werkgeversverklaring(en) en/of urenregistratie(s) op te
nemen en/of te verwerken, te weten:
A. één of meer factu(u)r(en), (telkens) op naam van [handelsnaam 1] en/of [handelsnaam 2], met betrekking tot de door haar, verdachte, geleverde zorg aan (de) cliënt(en)
[naam 1] en/of [naam 2] en/of [naam 3] en/of [naam 4] en/of [naam 5] (DOC-025-02 t/m
DOC-025-14) en/of
B. één of meer factu(u)r(en), (telkens) op naam van [handelsnaam 2], met betrekking tot de
geleverde zorg aan cliënt [naam 6] (DOC-025-17 t/m DOC-025-21 en DOC-014-01)
en/of
C. één of meer arbeidsovereenkomst(en) met betrekking tot de/het
dienstverband(en) van [naam 7] (DOC-026-01) en/of [naam 8] (DOC-026-04) en/of
[naam 9] (DOC-026-06) en/of
D. één of meer loonstro(o)k(en) met betrekking tot de/het dienstverband(en) van
[naam 7] (DOC-026-03) en/of [naam 8] (DOC-026-05) en/of [naam 9]
(DOC-026-08) en/of [naam 13] (DOC-026-10) en/of
E. één of meer werkgeversverklaring(en) met betrekking tot de/het
dienstverband(en) van [naam 7] (DOC-026-02) en/of [naam 9] (DOC-026-07)
en/of [naam 13] (DOC-026-09) en/of
F. één of meer geregistreerd(e) (werk)u(u)r(en) van de werknemer(s) [naam 11] en/of
[naam 12],
bestaande die valsheid hierin dat - zakelijk weergegeven - (telkens) valselijk en in
strijd met de waarheid, op/in:
- de/het onder A bovengenoemde geschrift(en) werkzaamheden waren vermeld, die
in werkelijkheid niet en/of niet in die omvang waren verricht door haar, verdachte,
in elk geval niet voor zulk(e) (een) bedrag(en) had(den) plaatsgevonden en/of
- de/het onder B bovengenoemde geschrift(en) werkzaamheden waren vermeld, die
in werkelijkheid niet en/of niet in die omvang waren verricht, in elk geval niet voor
zulk(e) (een) bedrag(en) had(den) plaatsgevonden en/of
- de/het onder C en/of D en/of E bovengenoemde geschrift(en) is geschreven en/of
is opgenomen dat [naam 7] en/of [naam 9] en/of [naam 8] en/of [naam 13] een
dienstverband heeft/hebben bij [handelsnaam 1] en/of [handelsnaam 2] zulks terwijl in
werkelijkheid geen sprake is geweest van enig dienstverband en/of
- de onder F bovengenoemde urenregistratie is opgenomen dat [naam 11] en/of [naam 14]
zorg heeft/hebben verleend, die in werkelijkheid niet en/of niet in die
omvang waren verricht,
zulks (telkens) met het oogmerk om dat/die geschrift(en) als echt en onvervalst te
gebruiken of door anderen te doen gebruiken.