ECLI:NL:RBROT:2024:8939
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag gehandicaptenparkeerkaart door college van burgemeester en wethouders van Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 28 augustus 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. M.C.A. Schulpen, en het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam. Eiseres had een aanvraag ingediend voor een Europese gehandicaptenparkeerkaart, welke door het college op 24 maart 2023 werd afgewezen. Het college verklaarde het bezwaar van eiseres ongegrond in een besluit van 25 september 2023. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij zij aanvoerde dat zij niet in staat is om meer dan 100 meter aaneengesloten te lopen en dat zij door haar medische aandoeningen, waaronder duizeligheid, niet zonder begeleiding kan worden vervoerd.
De rechtbank heeft de aanvraag beoordeeld aan de hand van de vereisten voor het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart, zoals vastgelegd in de Regeling gehandicaptenparkeerkaart. De rechtbank concludeerde dat eiseres niet voldeed aan de voorwaarde dat zij voor het vervoer van deur tot deur continu afhankelijk moest zijn van de hulp van de bestuurder. De rechtbank oordeelde dat het college zich terecht had gebaseerd op het medisch advies van de Arts Indicatie en Advies, dat stelde dat eiseres niet continu afhankelijk was van hulp. De rechtbank verwierp ook het beroep op de hardheidsclausule, omdat eiseres geen uitzonderlijke medische problemen had die een uitzondering op de regels rechtvaardigden.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond, waardoor de afwijzing van de aanvraag voor de gehandicaptenparkeerkaart in stand bleef. Eiseres kreeg geen proceskosten vergoed en haar griffierecht werd niet teruggegeven.