ECLI:NL:RBROT:2024:8875

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
30 augustus 2024
Publicatiedatum
12 september 2024
Zaaknummer
11080717 CV EXPL 24-11545
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Betwisting van een overeenkomst inzake de verkoop en levering van een bril

In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, vordert Infomedics B.V. betaling van een factuur van € 1.359,- van [gedaagde], die stelt dat de bril zonder haar toestemming door haar ex-partner is gekocht. De procedure is gestart na een dagvaarding op 9 april 2024, en de mondelinge behandeling is gepland om onduidelijkheden over de aankoop van de bril te bespreken. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er behoefte is aan nadere inlichtingen, vooral over de gang van zaken rond de aankoop en of er een oogmeting heeft plaatsgevonden. De kantonrechter heeft partijen gevraagd om hun beschikbaarheid voor een zitting in de maanden oktober tot en met december 2024 door te geven. De beslissing om de verdere behandeling aan te houden is genomen, en partijen moeten hun verhinderdata en e-mailadressen aan de kantonrechter doorgeven. De zaak is nog niet definitief beslist, en de kantonrechter heeft aangegeven dat verdere stappen afhankelijk zijn van de uitkomsten van de mondelinge behandeling.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 11080717 CV EXPL 24-11545
datum uitspraak: 30 augustus 2024
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Infomedics B.V.,
gevestigd te Almere,
eiseres,
gemachtigde: Bosveld Incasso en Gerechtsdeurwaarders te Amersfoort,
tegen
[gedaagde],
wonende op een geheim adres in [gemeente] ,
gedaagde,
die zelf procedeert.
Partijen worden hierna ‘Infomedics’ en ‘ [gedaagde] ’ genoemd.

1.De procedure

Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 9 april 2024, met bijlagen;
  • het mondelinge antwoord;
  • de conclusie van repliek;
  • de nadere schriftelijke reactie van [gedaagde]

2.De beoordeling

Wat is de kern van de zaak?
2.1.
Op of omstreeks 1 oktober 2023 heeft opticien [naam opticien] een bril verkocht en geleverd. [naam opticien] heeft daarvoor een factuur opgesteld ten bedrage van in totaal € 1.395,- en heeft deze aan [gedaagde] gezonden. [gedaagde] heeft deze factuur niet betaald. [naam opticien] heeft de eigendom van deze vordering bij akte van cessie overgedragen aan Infomedics. In deze procedure vordert Infomedics dat [gedaagde] wordt veroordeeld het bedrag van € 1.359,- aan haar te betalen, met rente en buitengerechtelijke incassokosten, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
2.2.
[gedaagde] is het niet eens met de vordering van Infomedics. Zij stelt dat de bril zonder haar toestemming door haar ex-partner, [naam] , op haar naam is gekocht en opgehaald. [gedaagde] voert aan dat zij nooit bij [naam opticien] is geweest en ook geen bril nodig heeft.
2.3.
De kantonrechter kan op dit moment nog geen eindbeslissing nemen en wil de zaak met partijen bespreken. Hierna wordt uitgelegd waarom.
De kantonrechter wil de zaak met partijen bespreken
2.4.
Aan de vordering van Infomedics ligt ten grondslag dat [gedaagde] de in de factuur genoemde bril bij [naam opticien] heeft gekocht en dat deze ten behoeve van haar is geleverd. Dat is door [gedaagde] gemotiveerd betwist, waarbij zij te kennen heeft gegeven dat haar ex-partner
[naam] de aankoop zonder haar toestemming en op haar naam heeft gedaan en bovendien dat sprake is van een herenbril. In reactie daarop heeft Infomedics aangevoerd dat [gedaagde] geen bewijsstuk in het geding heeft gebracht waaruit zou kunnen blijken dat de aankoop door haar ex-partner is gedaan. Hoewel Infomedics daarmee in haar conclusie van repliek niet expliciet heeft betwist dat de feitelijke aankoop van de bril door [naam] kan zijn gedaan, handhaaft Infomedics haar standpunt dat de bril wel degelijk ‘ten behoeve van [gedaagde] is geleverd’ en [gedaagde] aansprakelijk is voor de betaling van de betreffende factuur.
2.5.
Omdat [gedaagde] gemotiveerd heeft betwist dat zij aansprakelijk is voor de onderhavige vordering, ligt het op grond van de hoofdregel van artikel 150 Rv in beginsel op de weg van Infomedics te bewijzen dat de bril door [gedaagde] zelf dan wel door [naam] met toestemming van [gedaagde] op haar naam is gekocht. Dat bewijs heeft zij vooralsnog niet geleverd.
2.6.
Alvorens over te gaan tot eventuele bewijslevering wil de kantonrechter de zaak met partijen bespreken. De kantonrechter heeft namelijk behoefte aan nadere inlichtingen, omdat met name voor wat betreft de feitelijke gang van zaken rond de aankoop van de bril veel onduidelijk is gebleven. Gebruikelijk is immers dat er, voordat overgegaan wordt tot de aanschaf van een bril, een oogmeting wordt uitgevoerd. Niet duidelijk is of er in dit geval ook een oogmeting of enig ander onderzoek aan de ogen heeft plaatsgevonden. Voor zover er sprake is geweest van een oogmeting/oogonderzoek heeft Infomedics tot op heden ook niet toegelicht door wie dat onderzoek is uitgevoerd, wanneer dat heeft plaatsgevonden en vooral bij wie dat onderzoek is uitgevoerd, te weten bij [gedaagde] dan wel bij [naam].
2.7.
De kantonrechter bepaalt dat een mondelinge behandeling gehouden zal worden, waarbij in elk geval – maar niet uitsluitend – de hiervoor genoemde onduidelijkheden aan de orde zullen komen. Tijdens die zitting zal de kantonrechter vragen aan partijen stellen en daarnaast krijgen partijen de mogelijkheid om hun kant van het verhaal te vertellen. Ook zal de kantonrechter onderzoeken of partijen alsnog samen tot een oplossing kunnen komen.
2.8.
Bij het plannen van de zitting wil de kantonrechter zoveel mogelijk rekening houden met de agenda van de partijen. Daarom wordt nu eerst aan de partijen gevraagd de kantonrechter te laten weten op welke ochtenden en/of middagen in de maanden oktober tot en met december 2024 zij echt niet naar een zitting kunnen komen. Ook wil de kantonrechter graag de e-mailadressen van partijen ontvangen.
2.9.
Na ontvangst van de verhinderdata van partijen - of als geen verhinderdata worden ontvangen - wordt de mondelinge behandeling ingepland. Partijen zijn vervolgens in de gelegenheid om tot één week voor de mondelinge behandeling eventuele aanvullende stukken, die van belang kunnen zijn voor onderhavige procedure, aan de kantonrechter toe te sturen. Die stukken dienen tevens per gelijke post aan de wederpartij te worden toegestuurd.
2.10.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
bepaalt dat partijen uiterlijk op
dinsdag 10 september 2024schriftelijk moeten laten weten op welke ochtenden/middagen in de maanden oktober tot en met december 2024 zij echt niet naar een zitting kunnen komen en tevens hun e-mailadres moeten opgeven;
3.2.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J.J. Wetzels en in het openbaar uitgesproken.
44487