Uitspraak
uitspraak van de voorzieningenrechter van 9 september 2024 in de zaak tussen
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen
Inleiding
In haar uitspraak van 8 mei 2024 heeft de rechtbank deze besluiten (I en II) vernietigd en het UWV opgedragen binnen zes weken een nieuw besluit te nemen.
Beoordeling door de voorzieningenrechter
Op 12 september 2022 heeft verzoeker een wijzigingsformulier bij het UWV ingediend, omdat hij zijn werksituatie is gewijzigd en hij een nieuwe werkgever heeft in Stolkwijk en zijn werklocatie is veranderd. Het UWV heeft het wijzigingsformulier als een aanvraag opgevat.
De voorzieningenrechter ziet hierin aanleiding om een voorlopige voorziening te treffen.
één keer per weekvan zijn woonadres naar zijn opdrachtgever destijds, de gemeente Alphen aan de Rijn. In het onderzoeksrapport van de arbeidsdeskundige van 6 mei 2021 wordt door de arbeidsdeskundige overwogen dat één bezoek per week aan de opdrachtgever geen optie is en dat er zal worden overwogen of hij toestemming zou kunnen krijgen voor een vervoersvoorziening van
één bezoek per maand.
In het besluit van het UWV van 14 juni 2021 is aan verzoeker voor zijn werk als zelfstandige vervoersvoorziening toegekend voor vergoeding van taxikosten op basis van vervoer van zijn woonadres naar zijn opdrachtgever voor
één keer per maand.
één keer per weekvan zijn woonadres naar zijn opdrachtgever, de gemeente Krimpenerwaard, locatie Stolwijk.
één keer per weekis afgewezen (het primaire besluit).
In het bestreden besluit III stelt het UWV dat verzoeker tenminste
één keer per weekgebruik zou moeten maken van een vervoersvoorziening om voor vergoeding in aanmerking te kunnen komen en dat verzoeker niet aan deze voorwaarde voldoet omdat hij niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij minstens één keer per week naar zijn werklocatie is gereisd.