Uitspraak
uitspraak van de voorzieningenrechter van 10 september 2024 in de zaak tussen
[naam verzoeker] , uit Rotterdam, verzoeker
de burgemeester van Rotterdam
Stichting Woonstad Rotterdamuit Rotterdam.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter op 10 september 2024 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening met betrekking tot de sluiting van een woning in Rotterdam voor een periode van drie maanden. De sluiting is opgelegd door de burgemeester vanwege een overtreding van de Opiumwet. Uit een bestuurlijke rapportage van de politie bleek dat de woning regelmatig bezocht werd door bij de politie bekende harddrugsverslaafden. Tijdens een politieactie op 25 juni 2024 zijn er bij bezoekers van de woning blauwe wikkels aangetroffen die vermoedelijk cocaïne of crack bevatten. In de woning zelf zijn ook blauwkleurig folie en persoonlijke documenten van andere mensen aangetroffen, wat de verdenking van drugshandel versterkte.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat de burgemeester voldoende redenen had om de woning te sluiten. De rechter oordeelde dat de sluiting noodzakelijk was voor het herstel van de openbare orde en het woon- en leefklimaat in de wijk, die bekend staat om zijn problemen met drugscriminaliteit. De gevolgen van de sluiting voor de verzoeker zijn groot, maar de rechter vond deze niet onevenwichtig in het licht van de ernst van de overtredingen en de risico's voor de buurt. De burgemeester had de bevoegdheid om de woning te sluiten, ook al was er geen handelshoeveelheid drugs aangetroffen, omdat er voldoende andere aanwijzingen waren voor drugshandel vanuit de woning.