Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 13 december 2023, met producties 1 tot en met 18,
- het exploot van rectificatie van 3 januari 2024,
- de conclusie van antwoord, met een productie,
- de brief van de rechtbank van 12 maart 2024 met daarin een oproep voor een mondelinge behandeling op 8 mei 2024,
- de brief van de rechtbank van 29 maart 2024 met daarin een zittingsagenda,
- de akte aan de zijde van [persoon A] , tevens houdende wijziging vermeerdering van eis, met producties 19 tot en met 26,
- het B8-formulier aan de zijde van [persoon B] van 29 april 2024, met een productie,
- de conclusie van antwoord in reconventie,
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 8 mei 2024,
- de op 23 mei 2024 gehouden voortzetting van de mondelinge behandeling,
- de spreekaantekeningen van mr. Besli.
2.De feiten
“roerende en onroerende goederen, evenals rechten en vorderingen van derden die voldoende zijn om aan de schuld te voldoen”.
3.De vorderingen
4.De beoordeling
De standpunten van partijen
- het gerechtelijke betalingsbevel van het 7e Uitvoerend Directoraat van Istanbul,
- de beschikking van 16 augustus 2018 van de 9e kamer voor incassozaken van de rechtbank in Istanbul,
- de beschikking van 9 maart 2023 van de 15e kamer voor handelszaken van de rechtbank in Istanbul.
overeenkomstigde beschikking van 9 maart 2023.
€ 2.626,00 - griffierecht beslagrekest € 314,00
2 pnt. × tarief VI van € 2.714,00
€ 178,00+ evt. verhoging zoals vermeld in de beslissing