ECLI:NL:RBROT:2024:7569

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
16 augustus 2024
Publicatiedatum
19 augustus 2024
Zaaknummer
11251087
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van een arbeidsovereenkomst wegens verstoorde arbeidsverhouding met inachtneming van opzegverbod

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 16 augustus 2024 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van een arbeidsovereenkomst tussen Tradiro Facilities B.V. en een werknemer, aangeduid als [verweerster]. De werknemer is sinds 16 april 2018 in dienst bij Tradiro, laatstelijk in de functie van Manager Huisvesting & Transport. Tradiro verzoekt de kantonrechter om de arbeidsovereenkomst te ontbinden per 1 november 2024, omdat er sprake is van een verstoorde arbeidsverhouding. Beide partijen zijn het erover eens dat de arbeidsverhouding is verstoord en dat er geen verwijt aan elkaar kan worden gemaakt voor deze situatie.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat, hoewel er een opzegverbod geldt vanwege zwangerschap gerelateerde klachten van de werknemer, het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst niet verband houdt met deze omstandigheden. Hierdoor staat het opzegverbod niet in de weg aan de ontbinding. De kantonrechter heeft de wettelijke voorwaarden voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst als voldaan beschouwd en heeft de arbeidsovereenkomst per 1 november 2024 ontbonden. Tevens is bepaald dat partijen ieder hun eigen proceskosten dragen, wat betekent dat er geen vergoeding voor de gemaakte kosten aan de andere partij hoeft te worden betaald.

Deze beschikking is openbaar uitgesproken door de kantonrechter, mr. W.J.J. Wetzels, en betreft een belangrijke uitspraak in het arbeidsrecht, waarbij de balans tussen de rechten van de werknemer en de werkgever in een verstoorde arbeidsrelatie wordt gewogen.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 11251087 VZ VERZ 24-7324
datum uitspraak: 16 augustus 2024
Beschikking van de kantonrechter
in de zaak van
Tradiro Facilities B.V.,
vestigingsplaats: Vlaardingen,
verzoekster,
gemachtigde: mr. Ph. Ekering, advocaat te Rotterdam,
tegen
[verweerster],
woonplaats: [woonplaats],
verweerster,
gemachtigde: mr. M.M.J.M. Hagenaars-de Gauw (DAS Rechtsbijstand)
Partijen worden hierna ‘Tradiro’ en ‘[verweerster]’ genoemd

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • het verzoekschrift van Tradiro, met bijlagen, dat op 7 augustus 2024 op de rechtbank is ontvangen;
  • het verweerschrift van [verweerster].
1.2.
Beide partijen hebben te kennen gegeven dat zij een mondelinge behandeling niet nodig vinden, omdat de kwestie in het verzoekschrift en verweerschrift voldoende is toegelicht. Daarom heeft geen mondelinge behandeling plaatsgevonden, maar wordt direct uitspraak gedaan, op basis van de stukken.

2.De beoordeling

2.1.
[verweerster] werkt sinds 16 april 2018 bij Tradiro, laatstelijk op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd in de functie van Manager Huisvesting & Transport. Tradiro verzoekt de kantonrechter om de arbeidsovereenkomst te ontbinden per
1 november 2024 omdat sprake is van een verstoorde arbeidsverhouding. Volgens Tradiro kan beide partijen geen verwijt worden gemaakt voor deze verstoring.
2.2.
[verweerster] ontkent niet dat de arbeidsverhouding is verstoord. Zij stelt dat beide partijen zich hebben ingespannen om de verhouding te verbeteren, maar dat dit niet het gewenste effect heeft gehad. Zij bevestigt verder dat geen van beide partijen een (overwegend) verwijt kan worden gemaakt. Ze refereert zich aan het oordeel van de kantonrechter over de ontbinding van de arbeidsovereenkomst.
2.3.
De kantonrechter stelt vast dat partijen het erover eens zijn dat de arbeidsverhouding is verstoord en dat het daardoor niet meer mogelijk is om samen te werken. Dit is een redelijke grond en herplaatsing ligt niet voor de hand (artikel 7:669 lid 1 en 3 sub g BW).
Er is weliswaar sprake van een opzegverbod, aangezien [verweerster] in verband met zwangerschap gerelateerde klachten arbeidsongeschikt is, maar partijen zijn het er over eens dat het verzoek geen verband houdt met omstandigheden waarop het opzegverbod betrekking heeft. De kantonrechter heeft geen aanleiding om daar anders over te oordelen. Dat betekent dat het opzegverbod, mede gezien het bepaalde in artikel 7:671b lid 6 onder a BW, niet aan de ontbinding van de arbeidsovereenkomst in de weg staat. Omdat is voldaan aan de wettelijke voorwaarden ontbindt de kantonrechter de arbeidsovereenkomst (artikel 7:671b lid 1 onder a, lid 2 en lid 6 BW). Bij regelmatige opzegging zou de arbeidsovereenkomst zijn geëindigd per 1 november 2024, daarom wordt de overeenkomst ook per die datum ontbonden (artikel 7:671b lid 9 onder a BW).
2.4.
De kantonrechter bepaalt dat partijen ieder de eigen proceskosten dragen. Dat betekent dat zij geen vergoeding hoeven te betalen voor de kosten die de andere partij voor deze rechtszaak heeft gemaakt.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
ontbindt de arbeidsovereenkomst per 1 november 2024;
3.2.
bepaalt dat partijen ieder de eigen proceskosten dragen.
Deze beschikking is gegeven door mr. W.J.J. Wetzels en in het openbaar uitgesproken.
33394