ECLI:NL:RBROT:2024:7028
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van bijstandsuitkering en verlaging op basis van woonsituatie
In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam op 23 juli 2024, wordt het beroep van eiseres tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam beoordeeld. Eiseres, die met haar kinderen in Rotterdam woont, had eerder een remigratie-uitkering en ontving vanaf 1 juni 2023 een bijstandsuitkering. Het college had haar bijstandsuitkering per 12 juli 2023 verhoogd, maar ook een verlaging van 20% toegepast vanwege het ontbreken van woonlasten. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld, stellende dat zij recht heeft op de volledige bijstandsnorm omdat zij vanaf 12 juli 2023 wel woonlasten had.
De rechtbank oordeelt dat het college zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat de woonsituatie van eiseres tot 22 augustus 2023 de verlaging van 20% rechtvaardigde. De rechtbank verwijst naar de relevante artikelen van de Participatiewet en de beleidsregels van de gemeente Rotterdam. Eiseres heeft niet aangetoond dat zij voor 22 augustus 2023 woonlasten had die in aanmerking genomen moesten worden. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat eiseres geen recht heeft op terugbetaling van griffierecht of vergoeding van proceskosten.
De uitspraak benadrukt de toepassing van de beleidsregels omtrent de bijstandsverlening en de voorwaarden waaronder een verlaging van de bijstandsuitkering kan plaatsvinden. De rechtbank bevestigt dat de beslissing van het college in overeenstemming is met de wet en de geldende beleidsregels.