3.1.[persoon A] vordert om bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
1. de Vereniging te veroordelen tot afgifte van:
a. een volledige lijst van leden van de Vereniging (inclusief de namen, adressen en woonplaatsen van de leden);
b. kopieën van notulen van bestuursvergaderingen waarin omtrent toelating van de betreffende leden is beslist;
c. een kopie van de volledige financiële administratie vanaf 1 januari 2012, waar-onder ook de bankafschriften vanaf die datum;
d. kopieën van alle stukken met betrekking tot de vaststelling van de beloning van [persoon B] als bestuurslid van de Vereniging, alsmede een overzicht van de feitelijk aan [persoon B] uitgekeerde beloning;
e. kopieën van alle stukken met betrekking tot de door [persoon B] bij de Vereniging in rekening gebrachte kosten, alsmede een overzicht van de feitelij-ke aan hem betaalde vergoedingen;
f. kopieën van stukken waaruit blijkt dat [persoon B] in de functie van voorzitter van de Vereniging is benoemd,
aan [persoon A] binnen acht dagen na betekening van het in dezen te wijzen vonnis, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,00 per dag voor iedere dag dat de Vereniging nalaat om volledig aan de veroordeling te voldoen, met een maximum van € 1.000.000,00, waarbij bepaald wordt dat hetgeen reeds verbeurd is (en evt. nog betaald gaat worden) op grond van het vonnis van 18 oktober 2023 niet in mindering wordt gebracht op de krachtens het in dit geding te wijzen vonnis te verbeu-ren dwangsommen;
2. de Vereniging te veroordelen tot afgifte van alle stukken en bescheiden, ongeacht of deze op schrift of op enige andere gegevensdrager zijn vastgelegd, met betrekking tot de verkoop van de onroerende zaken/zaak van de Vereniging te Oud-Beijerland, en met betrekking tot de aankoop van de onroerende zaak te Otterloo door de Vereniging (welke verkoop en aankoop blijken uit de kadastrale stukken die ook als producties 10 en 11 zijn overgelegd), zoals de koopovereenkomsten, de leveringsaktes, de stukken aangaande de financiering en alle correspondentie met betrekking tot deze transacties, aan [persoon A] binnen acht dagen na betekening van het in dezen te wijzen vonnis, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,00 per dag voor iedere dag dat de Vereniging nalaat om volledig aan de veroordeling te voldoen, met een maximum van € 1.000.000,00;
3. [persoon B] te veroordelen tot afgifte van:
a. een volledige lijst van leden van de Vereniging (inclusief de namen, adressen en woonplaatsen van de leden);
b. kopieën van notulen van bestuursvergaderingen waarin omtrent toelating van de betreffende leden is beslist;
c. een kopie van de volledige financiële administratie vanaf 1 januari 2012, waar-onder ook de bankafschriften vanaf die datum;
d. kopieën van alle stukken met betrekking tot de vaststelling van de beloning van [persoon B] als bestuurslid van de Vereniging, alsmede een overzicht van de feitelijk aan [persoon B] uitgekeerde beloning;
e. kopieën van alle stukken met betrekking tot de door [persoon B] bij de Vereniging in rekening gebrachte kosten, alsmede een overzicht van de feitelijke aan hem betaalde vergoedingen;
f. kopieën van stukken waaruit blijkt dat [persoon B] in de functie van voorzitter van de Vereniging is aangewezen;
g. alle stukken en bescheiden, ongeacht of deze op schrift of op enige andere gegevensdrager zijn vastgelegd, met betrekking tot de verkoop van de onroerende zaken/zaak van de Vereniging te Oud-Beijerland, en met betrekking tot de aankoop van de onroerende zaak te Otterloo door de Vereniging (welke verkoop en aankoop blijken uit de kadastrale stukken die ook als producties 10 en 11 zijn overgelegd), zoals de koopovereenkomsten, de leveringsaktes, de stukken aangaande de financiering en alle correspondentie met betrekking tot deze transacties,
aan [persoon A] binnen acht dagen na betekening van het in dezen te wijzen vonnis, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,00 per dag voor iedere dag dat [persoon B] nalaat om volledig aan de veroordeling te voldoen, met een maximum van € 1.000.000,00;
4. [persoon B] voor onbepaalde tijd (althans voor de duur van twaalf maanden, althans voor een in goede justitie te bepalen periode) te schorsen als bestuurslid van de Vereniging;
5. een onafhankelijk bestuurder te benoemen of aan te wijzen voor een termijn van twaalf maanden, of zoveel langer of korter als in goede justitie zal worden bepaald, die voor zover nodig in afwijking van de statuten een beslissende stem zal hebben in het bestuur van de Vereniging, en die zelfstandig bevoegd zal zijn de Vereniging te vertegenwoordigen;
6. te bepalen dat de onafhankelijk bestuurder, genoemd onder 5, het tot zijn of haar taak zal kunnen rekenen om inzicht te krijgen in de financiële gang van zaken in de Vereniging sinds 1 januari 2012, in het bijzonder in de betalingen die aan en door de Vereniging zijn gedaan, en te bezien of een oplossing bereikt kan worden, waarmee verdere procedures voorkomen kunnen worden;
7. te bepalen dat de onafhankelijk bestuurder, genoemd onder 5, voor zover nodig in afwijking van de statuten een beloning zal toekomen van € 253,00 per uur, te vermeerderen met BTW, of zoveel meer of minder als in goede justitie zal worden bepaald, welke beloning ten laste zal komen van de Vereniging;
8. te bepalen dat de onafhankelijke bestuurder, genoemd onder 5, krachtens het in dit geding te wijzen vonnis en voor zover nodig in afwijking van de statuten van de Vereniging, namens de Vereniging aan de Kamer van Koophandel opgave zal doen van de schorsing van [persoon B] , alsmede van zijn/haar benoeming/aanwijzing als bestuurder, onder overlegging van een kopie van het in dit geding te wijzen vonnis;
9. voor het geval de schorsing van [persoon B] als bestuurder van de Vereniging wel wordt uitgesproken, maar de benoeming of aanwijzing van een onafhankelijke bestuurder niet zal plaatsvinden: te bepalen dat [persoon A] krachtens het in dit geding te wijzen vonnis en voor zover nodig in afwijking van de statuten van de Vereniging, namens de Vereniging aan de Kamer van Koophandel opgave zal doen van de schorsing van [persoon B] ;
10. de Vereniging en [persoon B] te veroordelen in de kosten van het geding, waaronder ook te rekenen de nakosten.